Geofysisch onderzoek

Geheimen van de Oudorperpolder

Geofysisch onderzoek is het registreren van contrastverschillen in de bodem. Het is de bedoeling dat er voldoende contrastverschil is tussen wat je zoekt en de directe omgeving ervan. De archeologie past de volgende geofysische technieken het meest toe:

  • magnetometrie/gradiometrie (MAG)
  • grondradar (GPR)
  • weerstandsmetingen
  • elektromagnetische inductie (EMI)

Welke technieken je uiteindelijk gebruikt, is afhankelijk van een aantal factoren zoals:

  • zoekdoel
  • bodemsoort
  • grondwaterstand (verstorende)
  • omgevingsfactoren zoals bijvoorbeeld bebouwing
  • soort verharding/begroeiing
  • gewenste resolutie

Elke techniek hierboven heeft haar eigen voordelen en nadelen. Daarom is vaak een combinatie van technieken het meest geschikt. In de Oudorperpolder is geofysisch onderzoek gedaan bij de blootlegging van twee verdwenen kastelen: Kasteel de Middelburg en Kasteel De Nieuwburg. Hier is gekozen voor de combinatie van magnetometrie, grondradar en elektromagnetische inductie.

Hieronder gaan we verder in op de technische inhoud van deze drie gebruikte technieken.

Magnetometrie (MAG)

Een magnetometer registreert de afwijkingen van het aardmagnetisch veld. IJzeren voorwerpen zoals (vliegtuig-)bommen, damwanden en gewapend beton veroorzaken zo’n afwijking. Je kan ook kleinere of subtielere archeologische resten op deze manier opsporen. Als de magnetische eigenschappen maar voldoende afwijken van die van het aardmagnetisch veld!

Zo kun je ook muren, uitbraaksleuven, ovens of concentraties baksteen vinden. Of bijvoorbeeld kuilen, greppels, grachten als deze tenminste zijn opgevuld met magnetische materialen. De afbeelding hieronder geeft schematisch weer hoe magnetometrie werkt. De eenheid van magnetometrische data is nanoTesla, afgekort nT.

Grondradar (GPR)

Een grondradarsysteem zendt en ontvangt elektromagnetische pulsen. Zo kan een grondradarsysteem inzicht geven in de opbouw van de bodem en eventueel aanwezige ondergrondse structuren. De kwaliteit van de radarbeelden wordt onder andere bepaald door de manier van grondcontact en de leemhoudendheid van de bodem. De afbeelding hieronder geeft schematisch weer hoe een grondradarsysteem werkt.

Electro Magnetische Inductie (EMI)

Met elektromagnetische inductie meet je hoe de ondergrond actief opgewekte elektromagnetische velden verstoort. Het systeem meet eigenlijk de geleidbaarheid van een elektrisch stroompje dat je  de bodem instuurt. Zo kun je verschillen in bodemsoort, maar ook grachten en funderingen in beeld brengen.

Wilt u meer weten over geofysisch onderzoek?

Vragen over monumenten, bouwhistorie of archeologie in Alkmaar? Stuur een e-mail naar erfgoed@alkmaar.nl