Archeologisch onderzoek
Een opgraving kan vooral in de binnenstad een gecompliceerd werk zijn. Er is meestal een strakke planning van opgravingen tussen sloop en nieuwbouw, er moet worden gewerkt in krappe ruimten tussen omliggende panden of soms zelfs inpandig, en er kunnen speciale maatregelen nodig zijn vanwege bodemverontreiniging. Bovendien is er een grote dichtheid aan sporen die in meerdere lagen op en door elkaar zitten.
Vanwege de tijdsplanning en het vele grondverzet is een graafmachine onmisbaar. Voorzichtig worden met de graafmachine dunne laagjes grond eraf geschraapt en met de schep wordt het terrein opgeschoond door de losse grond eraf te ‘schaven’. Er wordt een horizontaal ‘vlak’ aangelegd voor het maken van plattegronden. De sporen worden beschreven, vondsten en grondmonsters worden doelgericht per grondspoor verzameld en geadministreerd. Om de lagenopbouw te bestuderen en vast te leggen worden kleine doorsneden, ‘coupes’, gemaakt. De wanden van een opgravingskuil, ‘werkput’, worden recht afgestoken voor een verticale doorsnede, het ‘profiel’. Alle sporen worden opgemeten, op schaal getekend, beschreven en gefotografeerd.
Er wordt gewerkt volgens een vast plan van aanpak, waarbij rekening wordt gehouden met de logistiek van het grondverzet, zoals draairuimte van de graafmachine, plek en omvang van de stortheuvel grond en eventuele afvoer van puin en grond tijdens de opgraving. Ook is het zaak om het overzicht te bewaren bij het opsporen en registeren van alle grondsporen. Onverwachte vondsten vragen soms om grote flexibiliteit.
Archeologische opgravingen

Geheimen van de Oudorperpolder

De ontwikkeling van het Alkmaarse landschap
