Gevonden bij Pakhuis de Koopman

Vondst op vrijdag

14 november 2025

De Vondst op vrijdag komt vandaag van Maartje Kramer, onze nieuwe depotbeheerder in het Archeologisch Centrum. In een uitgebreid interview in de decembereditie van Erfgoedmagazine Alkmaar, kun je kennismaken met Maartje. En nu alvast een beetje, want Vondst op vrijdag wordt vanaf vandaag een ‘duo-rubriek’. De ene keer door Guus en de andere keer door Maartje. Die ons deze keer meeneemt naar het Fnidsen, de plek waar ze een belangrijk deel van haar jeugd doorbracht. En waar tijdens een opgraving in 1993 onder meer een Delfts blauw schaaltje en een parfumflesje werden gevonden…

Het Fnidsen. Dat prachtige idyllische straatje waar ik van mijn tiende tot mijn zeventiende heb gewoond. Ik ben het archief van archeologie ingedoken om te kijken of daar ook opgravingen zijn geweest. En ja hoor, er waren er verschillende. Waaronder een  opgraving in 1993, waarvan ik een paar vondsten zal bespreken.

Pakhuis De Koopman

De opgraving vond plaats bij Fnidsen 81, ook wel bekend als ‘Pakhuis De Koopman‘. Voor bezoekers van Open Monumentendag een vertrouwde jaarlijkse deelnemer. En voor mij een pand waar ik soms gezang hoorde als ik er ’s avonds langs kwam. Soms stopte ik dan even om te luisteren. Het is ook een erg opvallend pand met die gele en groene kozijnen en deurpost.

Pakhuis de Koopman is een typisch zeventiende-eeuws gebouw met herkenbare tuitgevel. De titel van het pand geeft al aardig weg waar het voor gebruikt is. Al wordt dat ook meteen duidelijk als je ervoor staat. Vanwege de hijsbalk en de luiken op elke verdieping. Het hijsmechanisme is nog steeds werkzaam! Op Open Monumentendag mogen kinderen het elk jaar gebruiken om een gevulde juten zak naar boven te hijsen. Ook mogen ze water halen uit de waterput in de tuin. En dat is ook de plek waar de opgraving plaatsvond. Er kwamen enkele vondsten naar boven, waaronder een beerput.

(Klik op de foto voor het onderschrift. Tekst gaat verder onder de foto’s)

Schaaltje uit de beerput

We beginnen met de beerput. Daar kwamen drie bijna complete aardewerk vondsten uit. Allemaal uit dezelfde periode, zo tussen 1625 en 1675. Het gaat hier om twee kannen en een klein schaaltje dat gedecoreerd is met Delfts blauw. Er waren ook vondsten uit latere perioden, maar ik richt mij hier even op dat kleine schaaltje. Te herkennen aan de Wan-Li vlakken, die typisch zijn voor de zeventiende eeuw. Qua decoratie zijn deze schaaltjes vooral te herkennen aan het gebruik van lettertekens en motieven van planten en bloemen. Dat zie je ook terug op dit schaaltje. En in het midden zien we een afbeelding van een schip.

Het schaaltje is gemaakt uit faience. Een soort aardewerk dat na het bakken bedekt wordt met een ondoorzichtige laag wit tinglazuur. Hierna komt pas de plateelschilder aan de beurt. Die gebruikt ‘onderglazuurverf’ en daarna wordt het voorwerp nogmaals afgebakken. Door dit proces smelten de glazuurlaag en de schildering samen en wordt het glazuur er door de hitte ingebrand.

Het is duidelijk te zien dat het schaaltje niet van porselein is. Dat zie je doordat er een klein stukje is afgebroken bij de rand. Daar zie je een beige kleur door het aardewerk. Als het schaaltje van porselein was gemaakt, hadden we hier een witte onderlaag gezien.

Wellicht dat het schaaltje in het pakhuis als decoratie was neergezet. Misschien om de schippers die de vracht kwamen brengen het gevoel te geven dat ze gezien werden?

(Klik op de foto voor het onderschrift. Tekst gaat verder onder de foto’s)

Parfumfles uit de waterput

In de waterput vonden de archeologen een paar vrijwel volledige stukken keramiek. Maar ook een intact gebleven glazen flesje. Het bleek een ‘Eau de cologne’ parfumflesje te zijn van het merk J.C. Boldoot. Het heeft een hals met een ronde top, en met gaatje om de parfum uit te smeren. Oorspronkelijk zat er nog een dopje bij. Maar jammer genoeg is dat niet gevonden. Het flesje komt uit de periode tussen ongeveer 1875 en 1925. En het is gemaakt door het Nederlandse bedrijf J.C. Boldoot, dat in Amsterdam zijn fabriek had. Zij brachten ‘Odeklonje’, zoals het vaak werd uitgesproken, naar het gewone volk. Hierdoor werd het een veel gekocht product.

Oranjegezind

Het bedrijf Boldoot was erg Oranjegezind. Zo kwamen er diverse speciale uitgaven van het geurtje, met leden van het koningshuis op de fles. Het was echt een merk dat inhaakte op de Nederlandse koper. Met motieven van bloemenvelden, molens en Amsterdamse weeskinderen. De rijkere inwoners droegen het parfum trouwens niet. Die haalden hun neus ervoor op.

Zelf kende ik het parfum eigenlijk niet. Maar collega Guus wist direct waar ik het over had. Hij vertelde met kleuren en vooral geuren over dit bij veel Nederlanders nog zeer bekende merk parfum. Wellicht dat ik nog eens een flesje op de kop tik via Marktplaats. Daar heb ik inmiddels al een paar Boldoot flesjes gezien waar nog parfum in zat. Dus mocht ik ooit de authentieke geur willen ervaren, dan weet ik waar ik moet zijn.

Tot zover mijn verhaal over het Fnidsen. Voor de volgende keer, als ik weer aan de beurt ben voor een Vondst op vrijdag, zal ik eens kijken naar een andere plek. Er zijn nog veel meer plekken in de gemeente Alkmaar die mij mooie herinneringen hebben opgeleverd.

Deze Vondst op vrijdag wordt samengesteld door Maartje Kramer, depotbeheerder in het Archeologisch Centrum, team Erfgoed, gemeente Alkmaar.

Bekijk hier alle ‘Vondsten op vrijdag’

Pakhuis De Koopman

Dit voormalige pakhuis genaamd De Koopman stamt uit de 17e eeuw. De laadzolders en de hijshaak zijn kenmerkend voor de oorspronkelijke functie. Het monsterlijk uitziende gezicht bij de hijshaak verjoeg eventuele kwade geesten.