Zout, zoutvaatjes en schaaltjes

Vondst op vrijdag

De vondst van vandaag gaat over zout. Tegenwoordig bijna niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Het is goedkoop, overal verkrijgbaar en speelt  een belangrijke rol als smaakversterker bij de bereiding van onze voedsel. Maar tot in de negentiende eeuw, toen belangrijke onderaardse zoutaders ontdekt werden, was zout een duur product en kon alleen de gegoede burgerij het aanschaffen.

Voor gebruik op tafel had je destijds de zogenoemde zoutvaatjes. Dat waren vaak kleine schaaltjes al dan niet staand op een voet of stam en  gemaakt van wit of roodbakkend aardewerk, faience, majolica, porselein, tin, glas, zilver, of noem maar op. Eigenlijk van alles wat er in die tijd aan gebruiksmateriaal voorhanden was. Op de foto drie zoutvaatjes die naar boven kwamen tijdens opgravingen achter Doelenstraat 1, pal naast de Nieuwe Doelen. De plek waar we het de vorige twee keren ook over hadden in deze rubriek. De twee (gele) slibwerk zoutvaatjes zijn in 1986 gevonden in de put die afkomstig is uit de tweede helft van de zeventiende eeuw. Het groene zoutvaatje, met de golvende rand komt uit het begin van de zeventiende eeuw en is gevonden in 1988 in een beerput die waarschijnlijk de voorloper was van de beerput waaruit de andere vaatjes kwamen. Het noordelijke buurpand is het hofje van Bijlevelt, dat rond 1667/1668 werd opgericht. Het is goed mogelijk dat het deel van de tuin met de oudere beerput ooit bij het complex van het hofje is getrokken waardoor een nieuwe beerput moest worden gemaakt. De vondsten laten in elk geval zien dat de gebruikers van het pand Doelenstraat 1 het zich gedurende de hele zeventiende eeuw konden veroorloven hun voedsel te verrijken met het witte goud.

De informatie voor deze rubriek wordt aangeleverd door Rob Roedema, archeoloog gemeente Alkmaar.