Terug naar het overzicht

Wonen in een hofje anno 2024

Alleen en toch samen

An Kieft is 52 jaar als ze in het hofje van Paling en Van Foreest terecht kan. “Kieft is mijn meisjesnaam,” vertelt ze. “Ik ben gescheiden, want mijn man was aan de drank en dat ging niet meer. Ik was nog jong toen ik in het hofje kwam wonen, maar had al een heel leven achter de rug.” Inmiddels is An 86 jaar en de oudste en langst wonende bewoonster van het hofje: “Ik wil hier nooit meer weg.”

Ze heeft geluk gehad, 34 jaar geleden, vindt An. Want ze had leuk contact met de vrouw van het toenmalige huismeestersechtpaar De Kuier. An: “Mijn man raakte totaal van het padje door de drank. Ik moest daar weg en daarom klopte ik aan bij mevrouw De Kuier. In die tijd besliste het huismeestersechtpaar wie er mocht wonen. Toen het kleinste huisje op de Kanisstraat leeg kwam, mocht ik erin. Ik betaalde toen vijfenzeventig gulden huur in de maand!”

Intussen woont An alweer jaren in het grootste huis van het hofje, aan de Geest. De woning kwam vrij toen ze twee jaar in het hofje woonde: “Dat was fijn, want dan konden mijn kleinkinderen blijven logeren.”

Gezamenlijke binnentuin

We zitten in de zonovergoten binnentuin. Die is voor gezamenlijk gebruik. Het is een oase van rust, midden in de zomerse stad vol dagjesmensen. Er staan waterbakjes waar de vogels in kunnen badderen en een merel maakt er dankbaar gebruik van. “Leuk, hè,” zegt An. “Elke dag worden de waterbakjes verschoond.”
De tuin en bijvoorbeeld ook de goten worden bijgehouden door het huismeestersechtpaar dat sinds 2007 in het voorhuis woont. An: “En wij houden ons eigen straatje schoon.”

(Tekst gaat verder onder de foto’s)

Voorrecht

Twee medebewoonsters, Coco Granneman en Rita van Halem, komen erbij zitten. De drie vrouwen zijn het roerend eens, het is een voorrecht als je hier mag wonen. De meeste hofjes hebben maar één ingang waar iedereen doorheen moet. Hier heeft iedere bewoonster haar eigen voordeur en dat voelt vrij.

Het is wel fijn als je sociaal bent als je hier woont, geven de vrouwen aan, maar dat is niet altijd iedereen. En er wordt natuurlijk ook wel geroddeld, vertellen de drie: ‘Wat wil je met al die vrouwen bij elkaar. Maar alles gaat met respect. Iedereen is weer anders. Als je iedereen maar haar eigen gang laat gaan.’

Latrelatie

Dertien bewoonsters telt het hofje, plus het huismeestersechtpaar. De meeste bewoonsters zijn tachtigers, de jongste is 68 jaar. Tegenwoordig besluiten de regenten wie er mag wonen. Als je zestig jaar of ouder bent, mag je je inschrijven en kom je op de wachtlijst. Je moet vrouw zijn en alleenwonend. “Al ben ik niet echt alleenstaand meer,” vertelt An. ‘Ik heb alweer heel wat jaren een vriend. Ik ga in de weekenden naar hem toe. We hebben een lattrelatie, maar hij mag hier wel blijven slapen. Vroeger moest je daarvoor toestemming vragen aan de regenten, dat hoeft nu gelukkig niet meer.”

An heeft in al die jaren dat ze in het hofje woont veel buurvrouwen zien komen en gaan: “Ze vertrekken omdat ze doodgaan. Levend gaat hier bijna niemand weg, tenzij het echt niet meer kan. Maar dan nog. Een bewoonster moest eigenlijk ook weg. Ze was te ziek, het ging niet meer alleen. Toen hebben huismeester Ria en een buurvrouw hulp geboden. Zo kon ze hier toch blijven tot ze overleed.”

(Tekst gaat verder onder de foto’s)

Alleen maar voordelen

De drie hofbewoonsters kunnen eigenlijk alleen maar voordelen noemen van het wonen in dit hofje: ‘Er is altijd wel iemand om mee te praten. Met ziek en zeer helpen we elkaar. Het is sociale huur. De woning is klein, maar meer heb je niet nodig. Je woont hier heel mooi en het voelt veilig.’

Eigenlijk is dit hét ideale voorbeeld voor seniorenwoningen in deze tijd, vinden de vrouwen. Je woont alleen, maar toch samen. “Ik wil hier nooit meer weg,” zegt An.