Het leven van de bewoners van de Omval van 1850 tot nu
Het is 1850. De bewoners van de Omval zijn arm. Ze werken als boer en tuinder en pakken daarbij van alles aan om aan de kost te komen. Van knecht, broodbakker en rietdekker tot kleermaker en kappennaaister. Ver van de bewoonde wereld moeten de mensen het hier zien te redden. Ze rooien het met elkaar, de saamhorigheid is groot.
Tuinders en boeren
Rond 1850 zijn al enkele tuinbouwbedrijfjes actief aan de Omval. In het begin van de 20ste eeuw zijn hier ongeveer vijftien tuinders gevestigd. Sommigen werken dan al met kassen en druivenserres. De stad Alkmaar is een dankbare afzetmarkt.
In de bocht van de Omval en de Westdijk staat de oudste boerderij van het buurtschap. Deze stolp is gebouwd in de 17de of 18de eeuw en was een vaarboerderij. Het hooi en de koeien werden per boot tussen land en boerderij vervoerd.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)


Alledaags leven
Het is werken, werken, en nog eens werken. ‘De Omvaller’ doet van alles om aan de kost komen. De bakkers gaan langs de deuren, tot ver buiten het buurtschap. Ook koopmannen leuren met hun handel, van lompen tot kippen. De een is veeboer, de ander is kolenboer. En de vrouwen werken in het winkeltje aan huis of als dienstbode. En in het café Het Wapen van Schermeer, vlakbij de overhaal. De bewoners moeten zichzelf zien te redden. Er is lange tijd een eigen brandweercorps, een zangclub en een toneelgroep. Sinds 1945 is er een buurtvereniging die nog altijd actief is.
Kouwe aardappelbuurt
In de jaren dertig wordt de buurt uitgebreid met een rij huizen langs de Noordervaart. De ‘kouwe aardappelbuurt’ wordt het nieuwe rijtje genoemd, omdat alleen rijkere mensen deze huizen kunnen kopen of huren. Deze huizen hebben een septictank Op de Omval gebruiken ze dan nog ‘de poeptonnetjes’. De aansluiting op het riool komt er vanaf 1964.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)



Nu en in de toekomst
Eeuwenlang heeft het buurtschap te maken met veranderingen, maar het weet van geen wijken. De stad Alkmaar rukt op tot aan de overkant van het kanaal. De Omval raakt ingeklemd tussen het Noord-Hollands kanaal, de ringweg en grote winkelketens.
De kleine winkels zijn verdwenen. De boeren en tuinders zijn één voor één gestopt. Op de oude tuingronden zijn nu volkstuinen gevestigd. De randweg van Alkmaar splijt het buurtschap in tweeën.
Ook aan de overkant van het kanaal gaan de veranderingen onvermoeibaar door. Weiland maakt plaats voor bedrijventerrein. En later moeten de bedrijven weer wijken voor woningtorens.
De omgeving verandert, maar dat lijkt het hart van de Omval niet te raken. De bewoners vormen een bont gezelschap: nazaten van families, die hier al generaties wonen en nieuwkomers van buiten. En ze rooien het nog altijd met elkaar.