Hoe breng je het ontstaan van het landschap in beeld?
Jarenlange studie wordt digitaal toegankelijk
Ze zijn er al jaren mee bezig. André Bouwens en Anna Groentjes. Een historisch geografische verkenning van Alkmaar. Hoe is het land waarop wij in de gemeente Alkmaar wonen, ontstaan? Het is een minutieuze studie van alle cultuurhistorische elementen in het landschap. Bijna zestig verschillende polders. Weergegeven in een meesterwerkkaart. “Je kunt de ontstaansgeschiedenis nog altijd in het landschap lezen. Als je weet hoe je moet kijken. En André opent onze ogen.” Nu de studie nog digitaal toegankelijk maken. En dat is wel een uitdaging…
“Dit is echt monnikenwerk,” vertelt Anna Groentjes. “André is er een hele tijd mee bezig geweest. Met duizenden tekeningetjes en alles is uitgeplozen in de verschillende archieven. En toen kwam dus de vraag hoe je zoiets toegankelijk maakt… Of ik daar wat in zag. En ik riep heel hard ja! Daar kreeg ik later bijna spijt van, want wat een monsterklus is dit!”
“Ik probeerde eerst een soort vertaling te maken van het bijzondere product dat André maakt. Zodat ik het beter zou kunnen ontsluiten. Maar daar doe je hem eigenlijk geen recht mee. Vandaar dat ik eerst een pilot maakte voor de Schermer. Een soort storymap waaruit heel duidelijk bleek wat een monsterklus André had geklaard. En daar voegde ik dan archiefbeelden bij van bijvoorbeeld Regionaal Archief Alkmaar of het Noord-Hollands Archief. Het is de bedoeling dat het eindresultaat straks op allerlei manieren ondersteunend kan zijn bij een ander verhaal. Zoals bijvoorbeeld de Nationale Molendagen. Er zit ontzettend veel informatie in over molens. Maar in dit hele verhaal is André dus de kenner en ik de digitale vertaler.”
Kijken naar het landschap
André: “Ik heb het onderzoek gedaan vanuit mijn ervaring als historisch geograaf. Die kijkt naar het ontstaan en de geschiedenis van het landschap. Hoe is de omgeving ontstaan en hoe is die vervolgens gevormd door de mensen? Ik heb ook bodemkunde gedaan. En van daaruit kijk je onder meer hoe het natuurlijke landschap is gevormd. En hoe het zich vervolgens verder vormde doordat mensen het bewerkten. Zoals ik het zie, kun je de cultuurhistorie niet los zien van de bodem en de manier waarop die is gevormd.”
“Ook een archeoloog kan niet zonder kennis van het ontstaan van dat landschap waar de mensen iets op maakten. Als je weet hoe oud de strandwal is waarop Alkmaar is ontstaan, en je vindt daar iets in, dan weet je ook hoe oud het is.”
(Klik op de foto voor het onderschrift. Tekst gaat verder onder de foto’s)

van André. Tot in de kleinste details ploos hij alle gebieden in de gemeente uit.

Bewaren voor de toekomst
“Ik ben in de jaren tachtig begonnen met Landview. Een bureau voor bodemonderzoek en landschap waarin ik cultuurhistorisch onderzoek deed voor de overheid. Voor het ministerie van Landbouw hebben we toen onderzoek gedaan naar de meest waardevolle cultuurhistorische landschappen in Nederland. Later heb ik me bezig gehouden met het opzetten van milieudiensten, waaronder de Milieudienst Kop van Noord-Holland en de Omgevingsdienst NHN. Nadat ik daar in 2018 gestopt was, kreeg ik deze opdracht van de gemeente Alkmaar.
Er waren twee aanleidingen om dit onderzoek te doen. De ene was de fusie in 2015 van Alkmaar met Schermer en Graft-De Rijp. Daardoor was er behoefte aan meer informatie over het cultuurlandschap. Een tweede aanleiding was dat er bij de komst van de Omgevingswet inzicht nodig was over het ontstaan en de ontwikkeling van dat landschap.
Er was al een kaart in de maak met historisch bouwkundige informatie, dus over de gebouwen. En met archeologische informatie, over wat er in de bodem aanwezig is. Maar dan heb je dus nog het historisch-geografische landschap. En daar gaat deze studie over.
Tijdens het onderzoek is er al veel met de verzamelde informatie gedaan. Je weet vast van de ambitieuze bouwplannen rondom het Noordhollandsch Kanaal. Bij de planvorming en ontwikkeling van het deel van de Oudorperpolder is de informatie uit het onderzoek gebruikt. Vanuit de wens om dat wat waardevol is, waar mogelijk te bewaren voor de toekomst.”
Alkmaar telt bijna zestig polders
Anna: “Er staan wel twintig multomappen met onderzoek bij mij thuis.”
André: “Het onderzoek werd gaandeweg steeds groter. Ik had de gemeente ingedeeld in polders. Dat waren er bijna zestig. Dus ik dacht, ik ga per polder een beschrijving maken. En ja, dan komen er vanzelf steeds meer details. Dijken, de verkaveling, bepaalde molens… Elke polder heeft zijn eigen ontstaansgeschiedenis en ontwikkeling. En dan heb je al snel niet meer genoeg aan één A4-tje.
Ik stelde voor om meer te kijken naar waardes en die dan te beschrijven. Is iets bijzonder, is het nog gaaf? Welke historische waarde heeft een bepaalde dijk voor Alkmaar? En wat is de waarde ten opzichte van andere dijken? En misschien is het ook interessant om meer te weten over de ontwikkeling van zo’n polder in het algemeen. Dan ga je meer in op het ontstaan.”
Anna: “Je kunt je echt niet voorstellen hoeveel werk dit allemaal is geweest.”
André: “Ja, ik ben er toch wel zes jaar lang twee dagen per week mee bezig geweest. Maar ja, dat heb je als je de geschiedenis in duikt. Dan wil je steeds meer weten en dan wordt het steeds groter allemaal. Dan moet je jezelf dus weer proberen te beperken. En na zes jaar kwam Anna erbij voor de digitalisering.
Anna: ”En dat is veel moeilijker dan je denkt. Het is een groeiend wetenschappelijk project geworden. En om dan ook al die zijpaden evenveel aandacht te geven. Een manier te vinden om dat allemaal driedimensionaal te vertalen… En elke keer als ik weer wat heb, vind ik het niet goed genoeg.”
André: “In feite is dat dezelfde valkuil.”
Geen platgeslagen brochure
Anna: “Op een gegeven moment zeg je met elkaar: nou, dit moet het dan maar zijn. Maar de gedachte alleen al. We hebben hier zo’n prachtig doorwrocht monnikenwerk. En dan maak ik er zo’n platgeslagen brochure van…”
André: “Maar jij kan dus blijkbaar iets voor de inwoners maken wat zij begrijpen.”
Anna laat de digitale kaart zien en André vertelt: “Als ik kijk naar natuurlijke gesteldheid, het natuurlandschap, dan zie ik twee hoofdlandschappen. De oudste zijn de strandwallen, waarop de stad Alkmaar is ontstaan. Dan heb je de vaak metershoge veenlandschappen. Maar die zijn later weer voor een groot deel verdwenen door ontwatering. En dan is er nog een derde hoofdlandschap. En dat zijn de droogmakerijen. Dat zijn de landschappen die door mensen zijn drooggemaakt met behulp van molens.”
Een droogmakerij is toch een polder?
“Ja, dat klopt. Maar niet iedere polder is een droogmakerij. Want er zijn ook veenpolders en buitendijkse polders. Een polder is in feite elk gebied waarin de waterstand wordt beheerst. Dat kan met een kade er omheen, of bijvoorbeeld met een grote dijk… Het doel kan zijn dat je de waterstand zo laag mogelijk wilt houden. Maar het kan ook zijn dat je er juist water ín wilt hebben, omdat het er anders te droog wordt. De eerste polders zijn al aan het eind van de Middeleeuwen ontstaan.
Omdat de mens steeds meer dat gebied moest beheersen, zijn er uiteindelijk in heel West-Nederland polders gekomen. Alle strandwallen, ook al liggen ze hoger, zijn polders. Want ook daar wordt de waterstand beheerst.
In totaal telt de gemeente Alkmaar 58 polders. De strandwallen zijn het hoogst, dan krijg je de veenpolders en dan de droogmakerijen. Die ontstonden later omdat de mensen meren wilden droogmaken. En dat zijn dus de wat lager gelegen polders.”
Het landschap was een stuk hoger
“Het landschap was vroeger een stuk hoger. Het veen was soms wel 3 meter dik. En dat is grotendeels verdwenen. Deels weggeslagen door de zee maar vooral doordat mensen erop gingen wonen. Ze wilden graan telen. En daarvoor gingen ze het veen ontwateren door het graven van sloten en afwateringskanalen. Dan komt er zuurstof bij waardoor het gaat verteren. En zo kan er per jaar wel een centimeter veen verdwijnen. Als je diepe sloten graaft, kan dat snel gaan.
Bij Graft, De Rijp en Schermerhorn ligt nog steeds veen omdat het water binnen de polder hoog wordt gehouden. Als je de dijk op gaat bij de drie molens aan de Noordervaart in Schermerhorn, kom je op het oude land. Daar ligt dus nog een groot deel van het veenpakket. Dat wil je ook echt niet kwijtraken want dat is een prachtig gebied.”
En dat ontdekken we straks allemaal op die website?
Anna: “Ja, dat is wel de bedoeling. Dan kun je via de ontstaansgeschiedenis van het landschap de hele gemeente Alkmaar ontdekken. Het liefst op een manier die voor iedereen makkelijk werkt. We willen de bezoeker graag helpen door uit te gaan van een zelfgekozen beginpunt. Een kerk in de buurt bijvoorbeeld. Of je eigen huisadres. Het is toch leuk om de geschiedenis te ontdekken van jouw huis en de plek waar het is gebouwd? Dat je het verhaal voor je ogen ziet ontstaan. Vanaf het eerste begin tot nu. Inclusief de bedrijvigheid die er in de loop der eeuwen is geweest. Dat is toch fantastisch? Dan ga je als het ware op vakantie in je eigen straat!”
Die ontdekkingstocht kan straks gaan via het landschap, via agrarische bebouwing, via herkenningspunten in het landschap. Zoals een dijk, een molen, een meertje, noem maar op. Het ontvouwt zich voor je ogen. Met andere woorden: je hoeft niet te weten wat een strandwal is om er toch op uit te komen. Ik hoop dan op die manier een klein beetje eer te doen aan het werk van André.”
Wonen op een geest
André: “En tijdens die ontdekkingstocht zul je bepaalde patronen terug zien komen. Denk bijvoorbeeld aan een geestnederzetting. De strandwal was destijds de eerste plek waar mensen gingen wonen. Daar maakten ze akkers en die moesten vruchtbaar worden met mest of humus. Die akkers die noemde je Geist, of in het Nederlands Geest. De mensen gingen wonen langs de randen van die hoge akkers. En tussen de flanken (zijden) van het akkercomplex maakten ze dan dwarspaden.
En langs die flanken kwamen dan weer wegen. Aan de ene kant een belangrijke doorgangsweg en aan de andere kant een lokale weg. De doorgangsweg werd meestal Herenweg genoemd. Dat zie je bijvoorbeeld in Oudorp, waar de lokale weg de Westerweg werd genoemd. In Alkmaar was de Kennemerstraatweg destijds de hoofdweg. Die heette vroeger ook Herenweg. En ook daar was de Westerweg de lokale weg, die de geest aan de andere kant begrensde.
In de gemeente Alkmaar zijn er vier geestnederzettingen te vinden. De Huiswaarder geest, de Oudorper geest, de Alkmaarder geest en de Vroner geest. Dat is de geestnederzetting van Sint Pancras, waarvan het zuidelijk deel binnen de gemeente Alkmaar valt. Het andere deel ligt in de gemeente Dijk en Waard. In de Vroner geest kun je nog heel mooi bepaalde elementen van zo’n geestnederzetting herkennen in het huidige landschap. Dat gaat dan om de vorm van de ovale geest tussen de twee randwegen, de bebouwing langs de randwegen en de deels nog bestaande dwarspaden. Maar de grootste nederzetting was, veruit, de Alkmaarder geest.
(Klik op de foto voor het onderschrift. Tekst gaat verder onder de foto’s)



binnenstad. Een geest was vroeger de naam voor de lange akkers die mensen creëerden op de hoger gelegen strandwallen.
Heb je nog een voorbeeld van wat je straks als websitebezoeker kunt verwachten?
Anna: “Stel, je woont aan het Zeglis. Dan ontdek je bijvoorbeeld dat dat vroeger een heel belangrijke rivier was. Nu is daar het Noordhollansch kanaal. In feite dezelfde waterloop, maar de bochten zijn eruit gehaald voor de scheepvaart. En zo kom je dus ook terecht bij het onderwerp scheepvaart en bijvoorbeeld trams.”
André: “En je ontdekt dat op die plek vroeger de belangrijkste molens hebben gestaan. Waaronder de oudste door wind aangedreven houtzaagmolen (uit 1593, red.).”
Anna: “En via die houtzaagmolen kun je dan weer uitkomen op schilderijen in Stedelijk Museum Alkmaar waarop de industriemolens zijn afgebeeld. Of de kaart van Drebbel uit 1597, die te vinden is in Regionaal Archief Alkmaar en waarop je ook de molens ziet staan.
Zo probeer ik steeds dwarsverbanden te leggen met het archief, met de website van Oneindig Noord-Holland, de databases van oudheidkundige verenigingen, enzovoort. De gegevens die zij beheren probeer ik er actief in te verwerken. En in de toekomst zou je via de website zelfs kunnen uitkomen bij ondernemers die bijvoorbeeld iets onder de aandacht willen brengen op een bepaalde plek.”
We woonden in de Egmonderpolder
André: “Ik heb ontzettend veel geleerd van dit onderzoek. Sinds kort woon ik in Maastricht, maar ik voel wel echt die band met Alkmaar. Ik ben geboren in Langedijk en toen ik klein was gingen we varen met mijn vader in het Rijk der duizend eilanden. Maar op mijn dertiende verhuisden we naar het Hoefplan. Tijdens mijn onderzoek besefte ik eigenlijk pas dat we toen in de Egmonderpolder woonden. Ik merk dat ik tijdens dit onderzoek elke keer weer even terugga naar mijn jeugd en dan allemaal dingen herken. Ook net, toen ik van het station naar hier liep voor dit interview. Ik kwam door de Spoorbuurt en bedacht me dat daar in de zestiende eeuw een moestuinengebied was. Daar komt ook dat patroon vandaan met al die kleine straatjes.”
Anna: “Je kunt de ontstaansgeschiedenis dus nu nog lezen in het landschap. Als je weet hoe je moet kijken. En André opent onze ogen.”
De eerste droogmakerij ter wereld
André: “Er zijn verschillende mooie inzichten uit het onderzoek naar voren gekomen. Niet allemaal nieuw, maar wel bijzonder. Zoals het feit dat Alkmaar de eerste industriemolens had van Noord-Holland, zoals bijvoorbeeld die houtzaagmolen. Daarin was Alkmaar echt een voorloper.”
Anna: “En eerder dan Zaandam…”
(De uitvinder van de houtzaagmolen is Cornelis Corneliszoon van Uitgeest. Onze archeologen vonden in 2004 aan het jaagpad het prototype. De houtzaagmolen is later afgebroken en opnieuw opgebouwd in Zaandam, red.)
André: “Die industrie vond je vooral rond het Zeglis, in Overdie en in Oudorp aan de andere kant van het water. En ook rond Graft en De Rijp was er vanaf het begin van de zeventiende eeuw een grote locatie met tientallen industriemolens. Jammer genoeg is daar niets meer van over.
De tweede belangrijke conclusie gaat over de droogmakerijen. Die zijn hier in en rondom Alkmaar ontstaan. Uit onderzoek blijkt zelfs dat de Achtermeer in Overdie de eerste droogmakerij ter wereld was. Het was een uitvinding van Willem Janszoon en zijn broer Jan. Jan was destijds burgemeester van Alkmaar en echt van alle markten thuis.”
Het was in 1527 toen de gebroeders Jan en Willem Jansz. de sprong in het diepe waagden. Jan was als baljuw van de Nijenburg, Egmond en de Langedijk, dijkgraaf van het Geestmerambacht en burgemeester en schepen van Alkmaar een machtig man. Zijn broer Willem was schout van Alkmaar en dreef een steenbakkerij. (Bron: Regionaal Archief Alkmaar, red.)
“Er is trouwens nog een klein stukje daar dat aan deze droogmakerij herinnert. Dat is het vroegere uitwateringsgebied tussen de Popelmanslaan en de Schaepmankade tot aan het Overdiepad. Daar sloeg het poldermolentje aan de Schaepmankade het overtollige water van het Achtermeer uit richting het Zeglis. De vorm van dit gebied is nog heel goed te zien. Als je daar woont, woon je eigenlijk in het oudste uitwateringsgebied van een droogmakerij.”
(Klik op de foto voor het onderschrift. Tekst gaat verder onder de foto’s)



Oude en fraaie veenlandschappen
“Een ander mooi inzicht zijn de oude en bijzondere strokenverkavelingen. Daar vind je de kenmerkende langgerekte lintbebouwing. Zoals in Schermerhorn en Graft en De Rijp. Sinds het samengaan van Alkmaar met de voormalige gemeenten Schermer en Graft De Rijp, ligt een groot deel van het oude veengebied binnen de gemeente Alkmaar.
Maar ook die geestnederzettingen zijn mooie voorbeelden. Die zie je trouwens terug langs de hele kust.”
Anna: “Maar hier zijn ze dus nog heel goed leesbaar. Met de nieuwe website krijg je als inwoner uiteindelijk veel meer inzicht in de plek waar je woont. Neem bijvoorbeeld het Jaagpad. Daar trokken de paarden vroeger de trekschuiten voort. En dat ging dan vlak langs de plek waar nu jouw appartement staat. Zo krijg je dus een idee van wat er daar gebeurde in de zestiende en zeventiende eeuw. De erfgoedspecialisten van de gemeente staan al te springen om straks zelf de nieuwe website te gebruiken.”
(Klik op de foto voor het onderschrift)



