Kleurhistorisch onderzoek helpt bij het kiezen van kleuren
Kleurgeschiedenis Oudegracht 243 vooral achttiende-eeuws
Welke kleuren verf kies je voor je monument? Als je weet welke kleuren er in het verleden zijn gebruikt, kun je met die kennis een verantwoorde keuze maken. De historie van de gebruikte kleuren ontdek je door een kleurhistorisch onderzoek. Michelle en Johan lieten zo’n onderzoek doen voor hun pand aan de Oudegracht 243, met subsidie van de gemeente Alkmaar.
Het huis aan de Oudegracht 243 is in de achttiende eeuw ingrijpend verbouwd. Bij het bouwhistorisch onderzoek, eind vorig jaar, troffen we op verschillende plekken in het voor- en achterhuis behangselfragmenten aan. Die wijzen op een reeks modieuze achttiende-eeuwse bewoners. Het gaat om velouté-behang, beschilderd linnen en verschillende soorten papieren behangsel. Ook uit de negentiende en twintigste eeuw bleven papieren behangfragmenten bewaard.
Geven en indeling achttiende-eeuws
Hoewel de oudste delen van het huis zeventiende-eeuws zijn, zijn de huidige voorgevel en de indeling van het pand achttiende-eeuws. Het leek ons de moeite waard om een kleuronderzoek te laten doen naar de geschilderde afwerkingen van het pand. Het is bijzonder waardevol om te weten welke kleuren historisch gebruikt zijn. Die kennis kan helpen om een verantwoorde keuze te maken voor de kleuren die worden gebruikt voor de restauratie van het huis.
Kleurtrapjes maken
De gemeentelijke vakgroep Erfgoed subsidieerde het onderzoek en onderzoekers Antje Verstraten en Nina Timmer legden de historische kleurstelling bloot. Zij hebben zich gericht op de representatieve ruimtes in het pand, zoals bijvoorbeeld de voorkamer met haard. En wat minder diepgaand bekeken ze ook de voorgevel van het pand. Het onderzoek bestond uit zogenoemd stratigrafisch onderzoek, ook wel bekend als ‘kleurtrapjes’ maken. Dit in combinatie met het maken van puncties en vrijlegvensters, waarbij je een doorkijkje hebt naar de oorspronkelijke kleur.
De verfmonsters zijn vervolgens onderzocht in het laboratorium van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. De gedachte was dat de representatieve ruimtes qua kleurstelling waren afgewerkt volgens de mode van eind achttiende / begin negentiende eeuw. Dit vanwege de decoraties in deze ruimtes, die wijzen op deze neoclassicistische en empire-periode.



Neo-classicistisch en impire
Op basis van het onderzoek concluderen de onderzoekers dat het oudste nog aanwezige kleurenschema goed past bij de neoclassicistische en empire-fase van het interieur. De vestibule en gang hebben een licht kleurenschema gehad. Met (gebroken) wit stucwerk en een licht olijfkleurige afwerking op de deuren en kozijnen. Niet veel later lijkt dit te zijn aangepast naar een groene kleur. Deze twee groene afwerkingen zijn ook samen teruggevonden op de deur naar de voorkamer. Kleurafwerkingen van kozijnen en deuren die later werden gebruikt, waren onder meer crème, houtimitatie, wit en mauve.
Twee kleuren groen
De voorkamer heeft als eerste afwerking het groen, met gouden accenten op de schouw. De tussenkamer en achterkamer zijn in eerste instantie in licht olijfgroen geschilderd. Maar niet veel later lijkt het kleurenschema ook hier aangepast om overeen te komen met de voorkamer.
In de voorkamer van de eerste verdieping zijn op de vloerbalken afwerkingen teruggevonden die misschien nog ouder zijn. Dat is een afwisselend zwarte en paars/bruine afwerking.
Om een conclusie te kunnen trekken over de historische kleurstelling van de voorgevel is meer onderzoek nodig. De daklijst en de vensters op de verdieping kunnen niet onderzocht worden zonder steiger.
Het kleuronderzoek blijkt een mooie aanvulling op het eerdere bouwhistorisch onderzoek. De duidelijke resultaten kunnen helpen bij het kiezen van de kleuren bij de restauratie. Hierdoor krijgt het pand weer een interieur dat past bij zijn geschiedenis!
Jeroen van der Kuur, bouwhistoricus
