Terug naar het overzicht

Verbinding tussen stad en platteland

Tot de drooglegging in 1633 is het oude Schermeer een belangrijk vaarwater voor de stad Alkmaar. Alle producten gaan over het water van het Schermeer en het Zeglis naar de Alkmaarse markten.

Bij de Accijnstoren wordt belasting betaald op alles wat de stad binnenkomt. Alkmaar verdient daar een goede boterham aan. Als er plannen worden gemaakt om het Schermeer droog te leggen, is het stadsbestuur er dan ook als de kippen bij om een goede verbinding te eisen. Want de boeren uit de Schermer en Beemster moeten nog steeds makkelijk naar de stad kunnen varen met hun producten. 
Het geld van het stadsbestuur van Alkmaar is hard nodig voor de financiering  van de drooglegging. Er komt een kaarsrechte vaart: de Alckmaer Vaart, later Noordervaart. Deze loopt van het dorp Schermerhorn, aan de rand van de Beemster, naar de Omval. Zo blijft de toevoer van kaas, kool en koeien gewaarborgd.

Overhaal

Bij de Schermerdijk komt een overhaal die de boten over de dijk haalt. Aan de andere kant gaan ze weer te water en varen ze door naar de Alkmaarse markt. Dat overhalen werkte in het begin met mens- en paardenkracht. 

(Tekst gaat verder onder de foto’s)

Eeuwenlang blijft de Omval de verbindende schakel tussen de stad en het platteland. In de loop der jaren neemt het vervoer over het water af.  Het transport gaat over het land met paard en wagen. De brug tussen de Omval en de Schermerweg zorgt voor goede bereikbaarheid per kar of te voet. Onder druk van kaashandelaren, kooplieden en winkeliers wordt de weg tussen Alkmaar en Schermerhorn verhard. In mei 1856 ratelen de eerste wagens over de vier meter brede nieuwe klinkerweg.
Van 1895 tot 1931 is er ook een stationnetje bij de Omval van de stoomtramlijn van Alkmaar naar Purmerend. Kaartjes zijn te koop bij de lokale kruidenier.