Curieus object voor in de keuken, een zogenoemde vetvanger

Vondst op vrijdag

De vondst van deze vrijdag is een curieus object voor in de keuken. Het is een zogenoemde vetvanger, die het vet opving van wildbraad dat draaide aan het spit. Doordat het opgevangen vet deels in het vuur stond, bleef het vloeibaar, waardoor het kon worden (her)gebruikt bij andere gerechten.

De vetvanger op de eerste foto is in 2008 gevonden aan de Laat. Hij is gemaakt in de periode 1450-1550 (grofweg) van roodbakkend aardewerk en de bovenzijde is voorzien van loodglazuur. De bak is ongeveer 50 cm lang en 25 cm breed en de hoogte is circa 7 cm. Er is een stevige platte steel in het midden van de bak en een schenktuit en oor aan beide kopse kanten. Aan de onderkant zitten twee poten, alleen aan de kant van de steel.

De vetvanger werd tegen het vuur aan onder het draaiende wild gezet. Dankzij de twee poten kon de vetvanger staan en werd de steel niet heet! Dat laatste is goed te zien op foto 2. Hier zien we de onderzijde van een andere vetvanger waarvan dus alleen de kant die in het vuur stond zwart is. Deze vetvanger (uit dezelfde periode) is in 1970 gevonden aan de Voordam.

Na gebruik kon de vetvanger worden opgehangen aan het oog aan de kopse kant. Handig, want met zijn 50 tot soms wel 80 cm lengte, was het een groot object voor in de kast.
Er zijn trouwens ook varianten bekend waarbij twee identieke vetvangers met een rechte kopse zijde aan elkaar zijn bevestigd.
Nu lijkt dit misschien een alledaags voorwerp dat elk huishouden vroeger bezat, maar niets is minder waar. Bij archeologisch onderzoek worden vetvangers vrijwel alleen gevonden op plekken waar vroeger de gegoede huishoudens zaten. Niet iedereen kon namelijk een groot stuk vlees kopen om te bakken of te braden. De eerste vetvangers die tijdens opgravingen gevonden zijn, komen trouwens al uit de dertiende eeuw. Dit loopt door tot in de late zestiende eeuw. Van na die periode zijn, in ieder geval in Alkmaar, bijna geen vetvangers meer aangetroffen.

De informatie voor deze rubriek wordt aangeleverd door Rob Roedema, archeoloog gemeente Alkmaar.