Glazen beker uit beerput Voordam

Vondst op vrijdag

Ook voor de glazen beker van deze week deden we weer een greep in de beerput die in 1992 werd aangetroffen aan de Voordam en die ooit hoorde bij een pand aan De Dijk.

De vondsten die naar boven kwamen, zijn afkomstig uit de late veertiende eeuw tot ergens in de tweede helft van de zestiende eeuw en komen duidelijk van een rijk huishouden. De vondst van vandaag is weer een voorbeeld van een laat middeleeuws drinkglas. Ook dit glas is gemaakt van het (van oorsprong groen getinte) woudglas maar het komt waarschijnlijk niet, zoals de eerder besproken exemplaren, uit Duitsland. In plaats van het donkergroene glas dat bekend is van onder andere roemers, is deze beker met voet gemaakt uit een heldere glassoort met een groenblauwe zweem. Dit is typisch een voorbeeld van een glas dat gemaakt is in de zuidelijke Nederlanden of Noord-Frankrijk. De potas die hier gebruikt werd om het smeltpunt te verlagen, was namelijk de as van verbrande varens.
Een glas dat met deze potas tot stand kwam, werd we ook wel ‘verre de fougère’ genoemd, ofwel glas van varens, of kortweg bosglas.
Het bekertje van vandaag heeft een hoogte van ca 16 cm staat op een ingevouwen voet.
De beker is geblazen in een mal met conische vorm, met een naar boven verlopend ruitvormig patroon, waarbij elke ruit weer een aparte verdikking had. Oh ja, en voordat we het vergeten: het glas komt uit het eerste kwart van de zestiende eeuw.

De informatie voor deze rubriek wordt aangeleverd door Rob Roedema, archeoloog gemeente Alkmaar.