Heilig souvenir
Vondst op vrijdag
9 augustus 2024
Vandaag weer een vondst uit de oude doos. Het is de Bijzondere Bodemvondst die onze depothouder Karin Beemster besprak in het Erfgoedmagazine, de wintereditie van 2012. Enkele weken terug liet Rebekka hier een paar insignes zien waarvan de archeologen dachten dat het pelgrimsinsignes waren, maar die dat uiteindelijk niet bleken te zijn. In tegenstelling tot het insigne op de foto. Een pelgrimsinsigne met de afbeelding van Cunera, in 1991 gevonden bij de Alkmaarse Wortelsteeg. Cunera-insignes komen niet veel voor. Er zijn slechts enkele tientallen van gevonden in Nederland.
Erfgoedinsignes hebben vaak de afbeelding van een heilige en werden vroeger op de kleding, hoed of tas van de pelgrim bevestigd.
In de laat-middeleeuwse pelgrimsoorden werden ze en masse vervaardigd. Vaak gegoten in een goedkope uitvoering van lood-tin. De pelgrimsinsignes werden gekocht als souvenir en fungeerden ook als amulet. Jeruzalem, Rome en Santiago de Compostella zijn wel de bekendste plaatsen die massaal door pelgrims werden bezocht. In deze oorden hoopten de pelgrims contact te krijgen met de heiligen.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Ons insigne werd gevonden op een terrein aan de westzijde van de Wortelsteeg. Het is een bijzonder pelgrimsinsigne van een lood-tin legering. Het werd gevonden in de demping van een waterput. De afbeelding stelt de heilige Cunera voor, uit Rhenen. En het insigne komt waarschijnlijk uit de periode 1500-1573.
Cunera was volgens de legende een dame van adel, geboren in de vierde eeuw. Na terugkomst van een pelgrimstocht naar Rome zou ze overvallen zijn. Vervolgens was ze gered door de Friese koning Radboud en opgenomen aan zijn hof in Rhenen. De afbeelding stelt een gruwelijke scène voor. We zien een drietal dames in een lang gewaad. De dame in het midden, met de halsdoek om haar hals, vouwt vroom haar handen, terwijl de andere dames ieder aan een punt van de halsdoek trekken.
Het verhaal gaat dat Cunera, oogappel van koning Radboud, aan haar einde kwam toen de koning haar, tijdens zijn afwezigheid, de macht had gegeven. De jaloerse vrouw van de koning kon dit niet verkroppen en met de hulp van een dienares werd Cunera gewurgd. Dat is dus wat de afbeelding op het insigne laat zien. Rond het graf van Cunera waren de mirakelen niet van de lucht, Rhenen werd een befaamd pelgrimsoord.
Het insigne meet 3,2 cm maar was aanvankelijk hoger. Helaas ontbreekt het bovenstuk met de hoofden van de dames en het bevestigingoogje. Op het pelgrimsinsigne een onduidelijk randschrift , waar wel de naam Cunera uit opgemaakt kan worden. Er is een vergelijkbaar exemplaar bekend uit het boek Heilig en Profaan deel 1 (van H.J. E. van Beuningen en A.M. Koldeweij) dat nog wel het gotische bovenstuk heeft. Dit insigne heeft een treffende gelijkenis met het Alkmaarse insigne. Beide vertellen het verhaal van de martelaarschap van de heilige Cunera, beschermheilige op het gebied van veeziekten en keelziekten.
Het is opmerkelijk dat er maar enkele tientallen Cunera-insignes zijn teruggevonden in Nederland. In een kerkrekening uit 1571 te Rhenen geeft wordt maar liefst 425 pond lood afgerekend voor de gegoten insignes. Berekend is dat dit overeen komt met circa 12.000 exemplaren, alleen voor dit ene jaar. Ook in Nederland werden de pelgrimsoorden dus druk bezocht. Groot was de handel in insignes! Met dit Cunera-insigne heeft de bewuste pelgrim zich vast gezegend gevoeld.
Bekijk hier alle ‘Vondsten op vrijdag’