Pispot voor bedlegerigen

Vondst op vrijdag

Na de buikwarmer van vorige week, gaan we nog even door met onderwerpen voor medicinaal gebruik, of in elk geval voor gebruik bij ziekte. De vondst van deze week is een ondersteek, ofwel een pispot voor bedlegerige mensen.

In bijna elke opgegraven beerput vinden we minimaal één pispot maar aantallen van tien tot twintig exemplaren zijn geen uitzondering. Een ondersteek echter komen we minder vaak tegen. We hebben het dan over een laag uitgevoerde pispot met een ingevouwen platte rand en een horizontaal oor aan de zijkant. De ondersteek werd in zowel rood- als witbakkend aardewerk gemaakt. Een normale pispot is meestal rond de 20 cm hoog terwijl een ondersteek een hoogte heeft van rond de 10 tot 12 cm. Het vroegste voorbeeld van een ondersteek dat we in Alkmaar hebben aangetroffen (foto 1), komt uit de tweede helft van de zestiende eeuw. Dit is een witbakkende ondersteek die in 1992 gevonden werd in een beerput aan de Voordam. De meeste overige exemplaren komen uit de eerste helft van de zeventiende eeuw. Zoals de ondersteek op foto 2, een roodbakkende ondersteek, gevonden in 2007 in de Langestraat. Hier zien we ook enige evolutie in de vorm. In de loop van de zeventiende eeuw ontstaat namelijk een variant met een tuit aan de zijkant, wat het leeggooien een stuk gemakkelijker maakte. Aardewerk zoals dit rood- en witbakkende is natuurlijk een breekbaar materiaal. Als de zieke bijvoorbeeld moeilijk zijn lichaam hoog kon houden, kon vooral de ingevouwen dunne rand snel breken. Het is dan ook niet ondenkbaar dat de breekbare ondersteek ook vaak in een soort lage houten kakstoel werd geschoven om breken te voorkomen. In de tweede helft van de zeventiende eeuw werden ondersteken steeds meer van metaal gemaakt, zoals bijvoorbeeld tin. Dat waren dan bijna exacte kopieën van de aardewerken exemplaren. Later is de vorm nog verder ontwikkeld en kwamen er ook porseleinen exemplaren.

De informatie voor deze rubriek wordt aangeleverd door Rob Roedema, archeoloog gemeente Alkmaar.