Tabakspijpen uit de Langestraat
Vondst op vrijdag
4 augustus 2023
Ook deze week was ik weer bezig met de vondsten van de opgraving aan de Langestraat 106. Het glaswerk van vorige week is afgehandeld. Ik kan je vertellen dat er behalve dat ene bekertje nog weinig compleets bij elkaar te puzzelen viel. Dat beloofde weinig goeds voor de volgende klus: de gevonden tabakspijpen. In totaal vonden we er ongeveer honderd pijpenkoppen en wel zo’n driehonderd fragmenten van stelen.
We sorteren de pijpjes op grootte en kwaliteit, op vorm en op merk. Hoe kleiner de pijpenkop en hoe dikker de steel, hoe ouder de pijp! Dat kunnen we in het algemeen aannemen, enkele uitzonderingen daargelaten.
De oudste pijp die we vonden aan de Langestraat 106, lijkt uit het tweede kwart van de zeventiende eeuw te komen en de jongste uit het begin van de negentiende eeuw. Veel pijpjes dragen een merk in het hielstuk of op de zijkant van de ketel (de kop van de pijp).
Van veel Goudse merken weten we wanneer het merk voor het eerst werd gedeponeerd en tot wanneer het merk werd geproduceerd.
Dat maakt meteen duidelijk waarom de tabakspijp bij beerputonderzoek zo’n goede bron van informatie is. (Tekst gaat verder onder de foto)
Als je dure pijpen vindt, woonden er waarschijnlijk mensen met geld. De duurste pijpen uit de zeventiende en achttiende eeuw, zijn overigens niet de versierde pijpen. Het zijn eigenlijk de pijpen die tot in de finesses zijn afgewerkt. Vaak werden ze gepolijst en uiteindelijk ‘geglaasd’. Dat laatste gebeurde met een glaassteen (vaak een agaat), waardoor er een glans ontstond. De stelen van de pijpen konden in die tijd een aanzienlijke lengte krijgen van wel 80 cm. (Tekst gaat verder onder de foto’s)
Behalve wat pijpen uit ongeveer 1700 is het merendeel van de pijpen die wij vonden van mindere kwaliteit. Iets wat je overigens ook kunt zeggen over de overige vondsten. Maar twee van de gevonden pijpjes zijn het zeker waard om hier te vermelden. Het gaat om twee identieke versierde pijpen uit het begin van de achttiende eeuw met in reliëf aan de ene kant een zakdrager en aan de andere kant een zogenoemde standaardmolen met in de deuropening een zittende kat. Zou dat misschien verwijzen naar het beroep van een gebruiker? Wie weet!
Vondst op Vrijdag is een rubriek van Rob Roedema. Lees ook het interview in Erfgoedmagazine Alkmaar 63: ‘Rob Roedema geboren met liefde voor archeologie’.
Bekijk hier alle ‘Vondsten op vrijdag’