Werken als een ploegpaard

Vondst op vrijdag

22 augustus 2025

We zitten op dit moment in een fase tussen opgravingen. Waardoor we even tijd hebben om de boel op orde te brengen. Zo gaat het in de archeologie. Nu zijn we op kantoor, maar binnenkort staan we weer te werken als een ploegpaard bij de volgende opgraving.

Dat doet mij denken aan een bijzondere vondst van de Laat, in de binnenstad van Alkmaar. Het gaat om een zogeheten ‘ploegschoen’ van smeedijzer. In 1976 gevonden en geschonken aan het Stedelijk Museum.

Ploegschoen

De ploegschoen is ongeveer 21 cm lang en was oorspronkelijk zo’n 15 cm breed. Een deel van de vondst is in de loop van de tijd geërodeerd door slijtage en corrosie. De vondst kwam via het Stedelijk Museum in onze collectie en heeft daar een eigen plekje gekregen bij onze andere metaalvondsten.

IJzeren voorwerpen worden soms tussentijds bijgewerkt door de eigenaar of door de smid. Uiteindelijk kun je zelfs het hele voorwerp omsmelten om er iets nieuws van te maken. Daarom worden zulke grotere gebruiksvoorwerpen van ijzer niet heel vaak gevonden.

We kunnen de naam ploegschoen vrij letterlijk opvatten: het voorwerp werd bevestigd aan de ploegpunt van een vrij eenvoudige houten haakploeg, ook wel ‘eergetouw’ genoemd. Net als een schoen aan onze voet. Door het gebruik van een ploegschoen werd de ploegpunt sterker en sleet de punt veel minder hard. Als een ploegschoen was versleten, kon de boer de haakploeg eenvoudig voorzien van een nieuwe ploegschoen. Dat scheelde tijd en kosten.

(Tekst gaat verder onder de foto’s)

Eergetouw

De akkerbouw en de veeteelt kwam naar onze streken in de nieuwe steentijd. En het eergetouw kwam mee. Het eergetouw bestond uit een houten balk met een punt, die was verbonden aan een horizontale balk. En die werd weer voortgetrokken met behulp van dierkracht, met name van ossen. Aanvankelijk ploegden mensen vooral met ossen. Maar geleidelijk aan kwamen er steeds meer verbeteringen aan het halsjuk, ook wel ‘haam’ genoemd. En daardoor konden op een zeker moment ook paarden worden ingezet als ploegdier. Dit zien we terug in het schilderij ‘De val van Icarus van Pieter Bruegel de Oudere.

Helaas weten we niet precies hoe oud de ploegschoen van de Alkmaarse Laat is. Want het is niet bekend hoe en waarin de vondst werd aangetroffen. Zonder deze informatie over de context is het lastig om een dergelijke vondst te dateren. Smeedijzeren ploegschoenen zijn gebruikt vanaf de ijzertijd; in Nederland vanaf circa 700 voor Christus. En ook nu worden ze nog wel gebruikt. Met name in gebieden waar er risico is op uitdroging van de bodem kunnen we nog eergetouwen vinden. Vaak getrokken door een tractor. Een eergetouw is namelijk geen echte ploeg. Met een eergetouw wordt de grond niet omgekeerd maar alleen gescheurd. Zo wordt de grond geschikt gemaakt voor het zaaien.

Voor het daadwerkelijk keren van de grond werd de keerploeg ontwikkeld. Deze ploeg snijdt een vore uit in de bodem en legt die omgekeerd terug in de vore uit de vorige ploeggang.

We zien dit treffend verbeeld in ‘De val van Icarus’. Op de voorgrond zien we een boer die het land open ploegt met een keerploeg en een paard. Na de uitvinding van de keerploeg verdween de haakploeg zeker niet direct uit onze streken. Beide ploegen werden gelijktijdig gebruikt.

Vondst op vrijdag wordt samengesteld door Guus van den Berg, archeoloog team Erfgoed, gemeente Alkmaar.

Bekijk hier alle ‘Vondsten op vrijdag’

1000 Jaar oude ruiterspoor op de Paardenmarkt

De vondst van vandaag is, net als die van vorige week, zo’n duizend jaar oud. En net als de rammelaar van vorige week, is ook deze gevonden tijdens de opgraving onder de paardenmarkt in 2010. We hebben het over een zogeheten prikspoor. Een puntig metalen voorwerp dat was gemonteerd op de achterzijde van een ruiterspoorbeugel.