Zeventiende-eeuws glaswerk

Vondst op vrijdag

Dit zeventiende-eeuwse glaswerk komt allemaal uit een beerput aan de Langestraat. Nadat in 1992 het pand Langestraat 115/117 (tegenover Huize de Dieu) volledig afbrandde, vond het jaar erop een grootschalig archeologisch onderzoek plaats. Verschillende beerputten werden onderzocht en uit één ervan kwam dit glaswerk naar boven. Grotendeels in Venetiaanse stijl en soms met gegraveerde voorstellingen. We hebben de indruk dat zeker 66 stukken glaswerk, waaronder de grote beker op de foto na mogelijk een ongelukje in zijn geheel in de beerput zijn gedeponeerd. Dat moet zijn gebeurd de periode 1630-1640. De grote beker viel wel erg op vanwege zijn hoogte van 35,5 cm en een inhoud van maar liefst zeven liter!

Het oppervlak van het glas is versierd met een zogenaamd ‘ijsglas dessin’. Een effect dat werd bereikt door tijdens het blaasproces het hete glas plotseling te laten afkoelen , weer op te warmen, en weer verder uit te blazen. Daardoor laat het oppervlak een craquelé zien dat lijkt op ijs. Na het blaasproces kon de beker worden voorzien van een voetrand. Daarnaast kreeg de beker nog wat extra versierselen zoals vier braamnoppen en vier leeuwenmascarons en uiteindelijk goudfolie onder de rand, op de voetrand en op de aangebrachte versierselen.

De functie van de glazen beker is niet duidelijk. Was het een pijpenhouder?, een ‘actehouder’ voor een belangrijke acte waarbij het lakzegel over de rand hing? Of was het een beker voor een drankfestijn? Alles is mogelijk, maar waarschijnlijk gaat het hier om niet anders dan een showpiece om bezoek te imponeren. Tijdens de opgraving noemden de onderzoekers het al meteen een ‘Proletenbeker’, wat toch ook wel een aardige omschrijving is.

Veel van het vondstmateriaal, waaronder deze beker kan worden toegeschreven aan de jurist Mr. Willem van der Meer die was aangetrouwd in een rijke Amsterdamse familie, en die in het bewuste pand woonde vanaf 1611 tot aan zijn sterfjaar 1643. In de jaren na de opgraving is ondertussen ook bekend geworden waar de beker moet zijn gemaakt. Door de versierselen te vergelijken met voorbeelden die gevonden zijn in een Amsterdamse glasblazerij, werd het duidelijk dat het om een product gaat van glasblazerij De Twee Rozen. De beker moet gemaakt zijn in de eerste periode van deze glasblazerij aan de Keizersgracht. Dat betekent tussen het oprichtingsjaar 1621 en 1657 (het jaar waarin de glasblazerij is verhuisd.

De informatie voor deze rubriek wordt aangeleverd door Rob Roedema, archeoloog gemeente Alkmaar.