Porseleinen theepotten

Vondst op vrijdag

In de zeventiende en achttiende eeuw kwam er een grote hoeveelheid oosterse goederen richting Nederland, waaronder porselein.  Dit oosterse porselein werd al snel een plaag voor onze Hollandse pottenbakkers. Vandaar dat werd getracht het te imiteren. Al hadden we in Nederland niet de juiste grondstoffen. Pas in de achttiende eeuw werd in Europa de grondstof ontdekt voor het maken van porselein.

Naast porseleinen theepotten werden ook rood aardewerken theepotten ingevoerd afkomstig uit Yixing,  een gebied in China. De zogenoemde zisha klei hier had een hoog kaolien gehalte en was zeer geliefd voor het maken van theepotten omdat bij juist gebruik de warmte en geur van de thee werden vastgehouden. Hoe ouder en vaker gebruikt, hoe geliefder de theepot. Vandaar dat ook de Yixing theepot al snel geïmiteerd werd door verschillende Delftse pottenbakkers. Probleem was natuurlijk wel dat ook de speciale zisha klei hier niet voorhanden was, waardoor het extra smaakeffect eigenlijk  nooit kon worden geëvenaard. Het Chinese product werd overigens nooit geglazuurd. Door de compactheid van de klei was het al waterdicht en glazuur zou het smaakversterkende effect teniet doen. Pottenbakkers als Ary de Milde konden met hun product de Chinese theepot qua uiterlijk en uitstraling vrij aardig benaderen. Maar de natuurlijke eigenschap van de zishaklei ontbrak. En als de pottenbakker het product niet waterdicht kreeg, moest hij toch gebruik maken van glazuur. Op de foto zien we een rood aardewerken exemplaar uit de achttiende eeuw met glazuur aan de binnen- én buitenkant. Met mangaan is een gemarmerd effect gecreëerd. Dit theepotje heeft bijna niets meer te maken met de Yixing traditie, maar is wel een vervolg op de poging om Oosterse theepotten te imiteren. Het potje is eind jaren tachtig gevonden in een beerput achter een café aan het Verdronkenoord. Op de achtergrond, ter vergelijking, een heuse Yixing theepot uit China uit de twintigste eeuw.

De informatie voor deze rubriek wordt aangeleverd door Rob Roedema, archeoloog gemeente Alkmaar.