Terug naar het overzicht

Achttiende-eeuws behang Langestraat 43 straks te zien in Stedelijk Museum Alkmaar

Studenten UVA werken aan restauratie behangselschilderingen

In de collectie van het Stedelijk Museum Alkmaar bevindt zich al tientallen jaren een bijzondere collectie behangselschilderingen. Ze zijn in 1791 geschilderd door de lokale schilder Johannes Petrus van Horstok voor een kamer in het pand aan de Langestraat 43. Ze zijn nu uit het depot gehaald voor een restauratie- en onderzoeksproject in samenwerking met de restauratorenopleiding ‘Historische Binnenruimten’ van de Universiteit van Amsterdam en restaurator Jazzy de Groot. Onze bouwhistoricus Carolien Roozendaal nam de kans waar om de schilderingen van heel dichtbij te bekijken en dook tegelijkertijd in de geschiedenis van het pand aan de Langestraat 43.

Het pand Langestraat 43, waar tegenwoordig de kledingwinkel van Costes zit, was tot 1960 bij de Alkmaarders bekend als het warenhuis van de familie Lienesch. Ook toen maakte de winkel al gebruik van drie panden (nummer 41 tot en met 45). Alleen is dat onderscheid door de moderne winkelpui op de begane grond niet meer direct te zien.

De Dieu

Als bouwhistoricus kreeg ik dankzij de restauratieplannen de unieke kans om de behangselschilderingen van heel dichtbij te kunnen bekijken. Ik was erg nieuwsgierig, omdat we in Alkmaar slechts één vergelijkbaar voorbeeld kennen. Dat zijn de behangschilderingen in Huize de Dieu die in 1744 zijn gemaakt en dus een halve eeuw ouder zijn. Ook waren er nog vragen over het pand waar de schilderingen vandaan kwamen. De studenten waren namelijk benieuwd of de bewuste kamer er nog was op de eerste verdieping.

Gesloopt

Nadat ik de schilderingen in het museum had bekeken, ben ik direct ons bouwarchief in gedoken op zoek naar de oorspronkelijke locatie. Want ook ik was benieuwd of de kamer nog bezocht en verder onderzocht kon worden. Al snel bleek dat de kamer met de schilderingen niet, zoals het vermoeden was, op de eerste verdieping had gezeten maar in het achterhuis op de begane grond. Duidelijk werd dat de schilderingen juist in 1959 waren geschonken aan het museum, omdat de kamer vlak daarna zou worden gesloopt. In 1960 werd het warenhuis van de familie Lienesch namelijk overgenomen door de firma Lampe en grootschalig verbouwd.
Het warenhuis van Lienesch bestond al uit drie panden, maar in 1960 werden alle achteraanbouwen vervangen door één grote ruimte met betonconstructie. De bouwmuren tussen de drie panden werden toen zoveel mogelijk verwijderd. En een moderne schuin geplaatste winkelpui met grote glazen etalages werd over de volledige breedte van drie panden geplaatst.

Op de begane grond is dus vrijwel geen historische bouwmassa te verwachten met uitzondering van de restanten van de bouwmuren. Gelukkig zijn de prachtige gevels daarboven bewaard gebleven. In 1969 is het middelste pand Langestraat 43 zelfs nog aangewezen als Rijksmonument vanwege de fraaie lijstgevel met forse kroonlijst, voorzien van versieringen in Lodewijk XVI-stijl. Op een prent die Bruinvis in 1904 maakte van het pand is de (vermoedelijk) oorspronkelijke hardstenen onderpui te zien. Op een stevig basement staan vier vlakke pilasters met ionische kapitelen, ofwel kopstukken met krullen. De overige ornamenten op het natuursteen wijzen, net als het decoratieve snijwerk van het bovenlicht en de groene voordeur op de Lodewijk XVI-stijl en passen ook weer perfect bij de rest van gevel. Op stilistische gronden kunnen we de gevel dateren aan het eind van de achttiende eeuw en dat sluit prachtig aan bij de datering van de schilderingen die dus in 1791 zijn gemaakt.

Notaris

De toenmalige bewoner, notaris Cornelis van Oostveen, die het pand in 1778 kocht, heeft overigens flink geïnvesteerd in zijn woonhuis aan de toen al belangrijkste straat van Alkmaar. Het perceel loopt door tot aan de huidige Breedstraat. In 1795, waarschijnlijk nadat hij klaar was met het volledig opknappen van nummer 43, kocht hij ook het naastgelegen pand Langestraat 41. En het schijnt dat hij net even buiten de poort van de stad (aan wat nu de Kennemerstraatweg is) een buitenverblijf had. Over Van Oostveen en de manier waarop hij zijn leven leidde, valt wellicht al een boek op zich te schrijven. Maar we zullen er waarschijnlijk nooit achter komen wat precies ten grondslag lag aan de onderwerpkeuze van zijn behangselschilderingen, die op zijn zachtst gezegd nogal varieerden.

De schilderingen

De collectie bestaat uit vijf stukken: drie grote panelen, een hoog smal paneel voor tussen de ramen en een klein paneel dat vermoedelijk boven een deur heeft gezeten. Gelukkig zijn er eind jaren vijftig nog wel foto’s gemaakt van de kamer in zijn volle glorie. Die hadden de studenten al teruggevonden op de beeldbank van het Regionaal Archief. De kamer was toen in gebruik als werkkamer van de bedrijfsleider van het warenhuis, de heer Notteman.

Boerenkermis

Opvallend is dat de panelen bijna allemaal een ander soort voorstelling hebben. Het grootste paneel
(480 cm breed en 210cm hoog) verbeeldt een boerenkermis op een idyllisch dorpsplein. Van de beide andere stukken (beide grofweg 240 breed en bijna 210 hoog) laat het één een boerenlandschap zien met twee boerderijen en een buitenhuis en het ander een woeste zee met grote schepen.

De inkepingen langs de randen doen vermoeden dat de twee kleinere panelen links en rechts van de schouw waren geplaatst. Dit is ook te zien op de foto’s die eind jaren vijftig gemaakt zijn. De schouw heeft een kenmerkende Lodewijk XVI vormgeving en decoraties die aansluiten bij de datering van de schilderingen in 1791.
Het smalle doek dat tussen de ramen gezeten moet hebben sluit qua thema aan op de schildering met het boerenlandschap.

Bevuild

De voorstellingen zijn niet heel duidelijk te zien op de foto’s vanwege de vele lagen vuil op de schilderingen. Vergeelde vernis, verkleurde retouches, nicotine, waterschade en mogelijk zelfs vogelpoep vervuilen het beeld.

Alle stukken zijn overigens te zien in de beeldbank van het Stedelijk Museum.

Bekijk ook het filmpje op de site van het museum.

De restauratie

Op dit moment doen de restauratoren in opleiding onderzoek naar de technische toestand van de behangsels. Onder begeleiding van hun docent en in samenwerking met restaurator Jazzy de Groot deden de (eerstejaars) studenten onder meer de eerste schoonmaaktesten. De restauratie zelf zal enkele jaren in beslag nemen. Hierbij zullen in een latere fase wellicht ook hogerejaars UVA-studenten worden ingezet. Na restauratie worden de schilderingen opgenomen in de vaste collectie van het museum.


Meer Horstok

Dit zijn trouwens niet de enige stukken van Horstok die in de collectie van het Stedelijk Museum te vinden zijn, maar binnen die collectie zijn het wel de enige beschilderde behangsels van zijn hand. Waarschijnlijk heeft hij er meer gemaakt gezien de aanwezige schetsen met een raster. Waarschijnlijk om de schets later te kunnen vergroten en als kamerbehangsel uit te voeren.

Carolien Roozendaal, bouwhistoricus