Terug naar het overzicht

Museum Bunker Alkmaar ’40-’45 weer open

“Vrouwen deden misschien wel het belangrijkste werk”


Na maandenlang gesloten te zijn geweest, was op zondag 6 juni Museum Alkmaar ’40-’45 in de bunker aan de Wilhelminalaan voor het eerst weer open voor publiek. Het was nog niet zo druk als een ‘normale’ zondag vóór covid, maar het begint weer op gang te komen. De zeven enthousiaste (en vrijwillige) museummedewerkers kunnen hun verhaal over de Tweede Wereldoorlog in Alkmaar en omgeving weer vertellen aan iedereen die het maar wil horen. Met als decor de tot de verbeelding sprekende bunker die is ingericht als museum over dit onderwerp. Zondag de 20e gaan de deuren weer open. Dus wie de bunker altijd al eens van binnen heeft willen zien, heeft nu de kans! Wij van Erfgoed namen alvast een kijkje, samen met Jan Wullink en Henk Posthumus, voorzitter en penningmeester van de stichting.

Op een zonnige maandagmiddag zitten we buiten voor de bunker in de schaduw van de bomen. Een moeder die met haar zoontje passeert, vraagt of de bunker open is. ‘Nee vandaag niet, maar wel elke eerste en derde zondag van de maand!’ Het jongetje komt een foldertje halen en zijn moeder kijkt net zo blij als hij zelf: “Kun je eindelijk eens zien hoe het er hier binnen uitziet!” (Tekst gaat door onder de foto’s)

De bunker spreekt duidelijk tot de verbeelding. Hoeveel Alkmaarders hebben er niet als kind gespeeld? En zich wellicht ook afgevraagd hoe die bunker er van binnen uitziet?
Dat is dan ook een opmerking die de bestuursleden en vrijwilligers van Museum ‘40-’45 regelmatig te horen krijgen tijdens rondleidingen. En sinds deze maand kan het weer. Een rondje door de bunker, op eigen houtje, óf samen met één van de bevlogen vertellers. Met eigen ogen zien wat er zich binnen die meters dikke muren bevindt. Sinds enkele jaren is dat dus een zich steeds uitbreidende presentatie van het oorlogsverleden in Alkmaar en omgeving. Met in de ‘gang’, een lange ruimte links van de hoofdruimte, elk jaar een nieuwe expositie met een eigen thema.

Van IJmuiden via Fort Spijkerboor

Het begon allemaal met de passie van de Krommeniër Jan Wullink, die alles verzamelde over de Tweede Wereldoorlog. In 2005 was hij één van de initiatiefnemers voor een bunkermuseum in IJmuiden. Drie jaar later, in 2008 verhuisde Jans hele verzameling naar Fort Spijkerboor waar hij Henk Posthumus leerde kennen: “Henk was daar actief als gids en het klikte. Na een aantal jaren prima samenwerken, kregen we het idee om voor onszelf te beginnen in Alkmaar. Henk, die zelf uit Alkmaar komt, dacht aan de bunker en de gemeente Alkmaar vond het meteen een goed idee. Dat was in 2017 en in 2018 is het museum geopend.” (Tekst gaat door onder de foto’s)


Het derde bestuurslid, Eric van Dijk, meldde zich spontaan aan na een bezoekje aan de bunker. Jan: “Wij hadden nog een secretaris nodig. Daarnaast doet Eric de techniek en verzorgt hij onze website. Die is onlangs helemaal vernieuwd.”
Henk Posthumus: “Bijna alle verhalen die wij hier vertellen, zijn ook op onze website te vinden!” Jan: “Zo hebben we de taken een beetje verdeeld. Vertellen doen we allemaal graag, en daarnaast vind ik vooral het verzamelen en de inrichting heel leuk en Henk verzorgt altijd de aankleding van de gang voor de jaarlijkse expositie.”

Expositie over verzet

Dit jaar draait de expositie in de gang om mensen in het verzet. Henk heeft het bewust over mensen en niet over verzetsstrijders: “Er was lang niet altijd sprake van letterlijke strijd. Er zijn ook een heleboel mensen omgekomen bij het doen van dagelijkse dingen. Dat ontdekte ik ook weer eens toen ik uitzocht welke mensen er zaten achter de dertien namen op het monument van de slag bij Rustenburg. Maar dat wil niet zeggen dat de dingen die zij deden niet belangrijk waren. Trouwens, die namen op monumenten zijn altijd van mannen, maar vergeet ook de vrouwen niet!” zegt hij terwijl hij wijst op een poster over vrouwen in het verzet. (Tekst gaat door onder de foto’s)

“Vrouwen deden misschien wel het belangrijkste werk. Zorgen dat er altijd te eten was, ook voor de onderduikers. Of helemaal op de fiets naar Haarlem om daar een Joods weesjongetje op te halen en het op te nemen in het eigen gezin. Dit betreffende jongetje werd vervolgens in dezelfde stijl gekleed als het dochtertje, zodat ze er naar buiten toe uitzagen als broertje en zusje.” Het is slechts één van de waargebeurde verhalen waar Henk vol mee zit en die de foto’s en attributen aan de wand weer even tot leven brengen.
Jan: “Ook in de grote ruimte staan altijd dingen die een link hebben met het thema. Zo staat daar nu onder meer een drukpers die in het verzet werd gebruikt voor het vervalsen van bonkaarten of een identiteitsbewijs!”


Communicatieknooppunt

In tegenstelling tot wat veel bezoekers denken, is de bunker waarschijnlijk nooit gebruikt voor oorlogsdoeleinden. Jan: “Het was eigenlijk een telefooncentrale, een communicatieknooppunt, zeg maar, net als de bunker bij de Molen van Piet.”
Henk: “Maar Alkmaar had, juist ook in de oorlog, wel een heel belangrijke communicatiefunctie. Hier kwam alles bij elkaar voor de hele kop van Noord-Holland. En omdat die communicatie zo belangrijk was, is die bunker zo stevig. Met muren van 3,5 meter. Nou zegt dat de mensen vaak niet zoveel. Maar als ik dan een buis laat zien die hier aan de muur hangt, en die dus vroeger van binnen naar buiten ging, dan zie je opeens hoe lang dat is.”

Nog wensen voor de stichting?

Jan: “Ja, we hopen dat we snel weer terug zijn bij het oude aantal bezoekers. En via social media proberen we nog meer mensen te bereiken.”
Henk: “Vrijwilligers hebben we genoeg, dus dat is fijn. Al kunnen we op dit moment wel iemand gebruiken voor de communicatie, onder andere dus die social media. Dus als iemand interesse heeft in dit onderwerp en goed is in communicatie, dan horen we dat graag!”