Terug naar het overzicht

Opgraving in oude dorpskern De Rijp

Archeologische proefsleuven bij Jozefschool

Op de plek van de voormalige Jozefschool, aan de Kerkstraat in De Rijp, komen woningen. Stichting Dorpsherstel De Rijp is al bezig met de voorbereidingen op het bouwterrein van circa 3000 m2. Maar voordat hier de bouwput komt, is er gelegenheid voor archeologisch onderzoek. De gemeentelijke archeologen zijn op zoek naar de geschiedenis van het wonen op deze plek. Op historisch kaartmateriaal is namelijk te zien dat hier al in de zeventiende eeuw huizen stonden. En uit de proefsleuven die vorig jaar gegraven zijn, blijkt al dat dat klopt.

Meer dan honderd jaar werd er lesgegeven op deze plek aan de Kerkstraat. In 1913 werd hier de rooms katholieke Jozefschool gebouwd, recht tegenover de kerk. Toen in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw de gebouwen niet meer bleken te voldoen aan de eisen van die tijd, werden een nieuwe kleuterschool en een nieuwe basisschool neergezet. Bij deze nieuwbouw is het terrein enkele decimeters opgehoogd met zand. Grote kans dat onder de schoolpleinen en de gebouwen nog tal van resten aanwezig zijn. Op historisch kaartmateriaal uit de zeventiende eeuw kunnen we namelijk zien dat hier toen al huizen stonden. Overigens is hetzelfde gebied op latere kaarten minder dicht bebouwd, vermoedelijk door de nasleep van de dorpsbrand van 1657.

Om de verwachtingen van de gemeentelijke archeologen te toetsen hebben zij eind juni 2019, in samenwerking met archeologiebedrijf Hollandia, alvast vier proefsleuven gegraven in de twee schoolpleinen van de basisschool. En de eerste vondsten blijken de vermoedens van de archeologen te bevestigen.

Resten vanaf 1600

In het centrale schoolplein voor het hoofdgebouw zijn vorig jaar zomer drie sleuven gegraven. Door de hoeveelheid grond die in de afgelopen eeuwen hier is opgehoogd, ligt de natuurlijke veenbodem op 2 meter diep onder de trottoirtegels. Op het oude oppervlak van het veen ligt eerst een laag van bijna een meter dik omgespitte slappe grond. Daarop is een stevig platform aangelegd in de vorm van een flinke kleilaag van circa 25 tot 40 cm dik. Een handvol scherven die we vonden onder en in deze kleilaag is afkomstig uit de periode van ongeveer 1575 tot 1625.

In de bovenzijde van deze kleilaag troffen we diverse sporen aan van oude bebouwing. Het gaat om funderingen, puinbanen van gesloopt muurwerk en om vierkante poeren (gemetselde voeten) voor houten draagconstructies van gebouwen. In het puin vonden we bij enkele poeren scherfmateriaal van omstreeks 1600 en uit de periode van circa 1650 tot 1675. Maar van veel sporen kunnen we nog niet zeggen uit welke tijd ze precies komen.

Op 7 meter van de straatkant werd de achterzijde gevonden van een huis uit het laatste kwart van de negentiende eeuw. Het was gebouwd op bakstenen poeren met gemetselde grondbogen ertussen. De constructie is vrijwel identiek aan een huis uit dezelfde tijd dat in 2017 is opgegraven bij Tuingracht 30 (zie de Nieuwsbrief Erfgoed Alkmaar nr. 49, augustus 2017).

Sloot versmald of verplaatst?

In een sleuf in het kleinere schoolplein aan de westkant, ooit van kleuterschool De Kleutertil, is eveneens een dikke ophoging aangetroffen van omgespit veen. Daarop ligt een bruine kleilaag, waarschijnlijk van omstreeks 1600, afgaand op de potscherven die we aantroffen in deze laag.

Langs de westkant van dit schoolplein loopt tegenwoordig een brede sloot. En uit de opgraving blijkt dat die ooit óf veel breder was, of dat de hele sloot naar het westen is opgeschoven. In de sleuf lag de oudste oever
namelijk op zo’n tien meter verwijderd van de huidige oever. Een tweede oever werd drie meter ten westen van de oudste oever aangetroffen, nog net in de sleuf. Uit de grond waarmee de sloot uiteindelijk is gedempt, kwamen vondsten uit de periode van ongeveer 1575 tot 1625.

Onze voorlopige conclusie is dat het gebied al omstreeks 1600 in gebruik is genomen voor huizenbouw, door het aanbrengen van ophogingen. Van de huizen die er vervolgens zijn neergezet, zijn nog diverse funderingen en paalresten aanwezig. De resultaten van het onderzoek met de proefsleuven geven zeker aanleiding tot het doen van verder onderzoek in de vorm van opgravingen tijdens en na de sloop van de schoolgebouwen. Dat staat dit voorjaar in de planning.

Peter Bitter, archeoloog vakgroep erfgoed