Archeologisch onderzoek legt geschiedenis bloot van voormalige stolp in Graft
Koolstofonderzoek zal uitwijzen of er bebouwing was vóór de 17e eeuw
Aan de Raadhuisstraat 57 in Graft staat de kersverse stolpboerderij van Mariët en Hans Geerlings. In augustus vorig jaar, nadat de voormalige stolp op deze plek gesloopt was, deden onze archeologen hier een veldonderzoek. Met het onderzoek wilden de archeologen antwoord krijgen op de vraag wat nou het werkelijke bouwjaar was van de gesloopte stolpboerderij. Ook wilden ze graag weten of er nog resten van voorgangers van dit bouwwerk in de ondergrond zouden zitten. Dat laatste bleek zeker het geval. Naast een grote hoeveelheid aardewerk uit de dertiende en veertiende eeuw. Maar nog niet alle vragen zijn beantwoord. Daarvoor is het wachten op de resultaten van een zogeheten koolstofonderzoek.
Volgens de kaart van Johannes Dou is er al zeker sinds de zeventiende eeuw bebouwing op deze plek. Ook op de kadastrale minuut (1811-1832) is te zien dat er twee boerderijen gestaan hebben op de plek waar nu gebouwd gaat worden. Eén van die boerderijen stond op de plek van de stolp die nu opnieuw gebouwd gaat worden.
Nadat de bebouwing tot het maaiveld gesloopt was, is de bouwput archeologisch onderzocht. Al vrij snel werd, naarmate we dieper in de bodem kwamen, een brokkige verweerde veenlaag aangesneden. Hierin troffen we veel dertiende- en veertiende-eeuws aardewerk aan. (Tekst gaat verder onder de foto’s)
Zijgevels
In deze veenlaag waren ook de oorspronkelijke poeren ingegraven, die de vierkantsconstructie van de stolp ondersteunen. In de wanden van de opgravingsput, die in feite een dwarsdoorsnede laten zien van de bouwgeschiedenis op die plek, troffen we resten van zijgevels aan uit verschillende periodes. Dat is overigens een bekend fenomeen bij stolpen. De vierkantspoeren, ofwel de oerconstructie, blijven staan en door de jaren heen worden de zijgevels als dat nodig is vervangen.
Op een dieper niveau was goed te zien dat de zijgevel ooit gefundeerd was op zogeheten spaarbogen, een boogconstructie waarmee je als het ware stenen uitspaart. Datzelfde troffen we aan bij een deel van de voorgevel. De stenen uit de zijgevel waren overigens dezelfde als die van de fundering van het vierkant en dat zou kunnen betekenen dat ze van dezelfde bouwfase zijn.
Duidelijk was dat er in het verleden veel verzakkingen zijn geweest op de plekken van de poeren. Hier waren veel sporen van herstelwerkzaamheden te zien, zoals weggedraaide en weggezakte delen van de poeren. De poeren zelf waren gefundeerd op planken met daaronder een regelmatig grid van paaltjes. Hier zijn monsters van genomen voor dendrochronologisch (jaarringen) onderzoek en C14 ofwel koolstofonderzoek. Beide methoden kunnen helpen om bepaalde materialen te dateren. Als blijkt dat het jaarringenonderzoek niet voldoende oplevert, dan kunnen de resultaten van het koolstofonderzoek wellicht iets aan het licht brengen. Hierbij wordt gekeken naar de zogenoemde vervaltijd van de koolstofmoleculen van bijvoorbeeld hout- of plantenresten. (Tekst gaat verder onder de foto’s)
Het onderzoeksterrein met zicht op de straat De blootgelegde spaarbogen
Inpandige waterput
Aan de westzijde van de boerderij vonden we nog een kleine inpandige waterput. De bakstenen van de put passen qua formaat in de zeventiende eeuw, maar we konden niet vaststellen of er sprake was van primair of secundair gebruik. Het kan ook zijn dat er zeventiende-eeuwse stenen zijn hergebruikt voor een huis dat later gebouwd is. Tegen een van de poeren zat weliswaar een zeventiende-eeuwse scherf, maar ook dat zegt niet veel. Want het was slechts één scherf tussen verder allemaal dertiende- en veertiende-eeuws vondstmateriaal. Dus ook hiermee hadden we nog geen zekerheid over de allereerste bouwactiviteiten aan de voormalige stolpboerderij.
Bij nog dieper graven, vonden we tussen de twee oostelijke funderingspoeren nog een vrij recente haardconstructie. (Tekst gaat verder onder de foto’s)
De inmiddels gesloopte stolpboerderij Mariët en Hans Geerlings voor aanvang van de bouw
Koeienstal?
Verder troffen we over het hele oppervlak clusters aan met houten paaltjes. Steeds drie tot vijf bij elkaar die op één lijn lagen. Die horen zeker bij een veel oudere gebruiksfase van het gebied. En ongeveer in het midden van de boerderij werd een duidelijk afgetekend spoor aangetroffen dat bestond uit een dikke mestlaag en een laag mest met riet en stro. In de dwarsdoorsnede was te zien dat een ontstane verzakking was opgevuld met een pakket zand van laagjes klei met grond.
Het vermoeden bestaat dat de mestplek afkomstig is van een veestalling of potstal van een veel oudere boerderij (van vóór de zeventiende eeuw). De verzakking zal veroorzaakt zijn door de grote hoeveelheid koeien die waarschijnlijk steeds op deze plek hebben gestaan.
De mestlaag in de verzakking en het materiaal waarmee het gat vervolgens gevuld is, kan ons vertellen wat er op deze plek is gebeurd. Zowel toen de stal nog gebruikt werd als in de periode nadat de stal in onbruik is geraakt.
Vandaar dat zowel van de mestlaag als van de vulling van het gat een monster is genomen. Dit zandige pakket was overigens deels verwijderd of vergraven. De mestlaag werd geflankeerd door houten paaltjes. (Tekst gaat verder onder de foto)
detail van twee van de clusters van houten paaltjes
Vervolg van het archeologisch onderzoek
De uitwerking is op dit moment nog in volle gang en het wachten is op de uitkomsten van de dendrochronologie en het C14 onderzoek van de houten paaltjes, de mestlaag en de planken onder de vierkantspoeren. Ook de mestlaag en het zandpakket er direct boven zijn bemonsterd en worden door onderzoeksbureau FindX onderzocht op fytolieten (microscopische plantenresten) en Non Pollen Palynomorfen (microfossielen zoals resten van onder andere mestschimmels, algen en darmparasieten).
Op die manier kan informatie verkregen worden over activiteiten die vroeger plaatsvonden op de onderzochte plaats of in de directe omgeving. Ook kunnen we zo inzicht krijgen in welke diersoorten er werden gehouden, welke voeding deze dieren kregen en hoe gezond de beesten waren (parasieten e.d.). Maar ook over de leefcondities van de bewoners kan op deze manier veel duidelijk worden. Het onderzoek is inmiddels vergevorderd. De uitslag is nog niet bekend, maar we hebben al wel te horen gekregen dat er dingen gevonden zijn die nog niet eerder zijn gevonden…Wordt dus vervolgd…
Nancy de Jong, archeologe vakgroep Erfgoed Alkmaar
Mariët en Hans Geerlings op het bouwterrein Inmiddels staat er een nieuwe stolp op het voormalige onderzoeksterrein
.