Terug naar het overzicht

Nieuwe bouwhistoricus Jeroen van der Kuur

“Elk gebouw vertelt een verhaal”

Sinds enkele maanden heeft het gemeentelijke erfgoedteam een nieuwe bouwhistoricus. Als opvolger van Carolien Roozendaal buigt Jeroen van der Kuur zich over de geschiedenis van oude panden in de gemeente Alkmaar: “Die eerste stap in zo’n pand blijft altijd een mooi moment.”

Wat ik doe?

“In mijn functie als bouwhistoricus probeer ik eigenlijk het verhaal van een gebouw te duiden en zo het pand weer tot leven te wekken. Het aller-allerbelangrijkst is dan ook dat ik bij onderzoek ín een gebouw ga kijken. Dát is mijn belangrijkste bron. En dat maakt het voor mij ook zo leuk.
Zo probeer ik te achterhalen wat de geschiedenis van het pand is. Wie hebben er gewoond, gewerkt, geleefd en gerecreëerd en hoe is het gebouw daarbij ontwikkeld? De verhalen van de gebouwen ontvouwen zich door goed te kijken, te onderzoeken en te interpreteren en uiteindelijk conclusies te trekken. Deze verhalen vertel ik vervolgens graag door!”

Waardestelling

“Naast onderzoek in een gebouw kijk ik wat ik kan vinden in het archief aan foto’s, oude aktes, plattegronden, tekeningen en andere bronnen. Wanneer is een pand gebouwd, hoeveel bouwfases zie je, is het eerder gerestaureerd of opgeknapt? En wat heeft nog meer geleid tot wat het pand is, anno nu? Een bouwhistoricus kijkt naar de plek van een pand, de directe omgeving, de verschillende gevels van het pand, de draagconstructie en tenslotte naar het interieur van een pand.

Als je de ontwikkeling op een rijtje hebt, dan kun je als bouwhistoricus het pand gaan analyseren en beschrijven. Tenslotte wordt er een waardestelling gemaakt waarin je aangeeft welke monumentale waarden aanwezig zijn in het pand en hoe die zich verhouden tot elkaar en tot vergelijkbare panden elders. Welke onderdelen hebben een hoge monumentwaarde en moeten vooral behouden blijven? Is het nog oorspronkelijk en is het zeldzaam? En waar in het pand kunnen eventueel grotere aanpassingen worden gedaan? De waardestelling bestaat uit een omschrijving en een plattegrond waarop de verschillende waarden met kleurtjes zijn aangegeven. Met deze waardestelling weet een eigenaar of architect wat belangrijk is om mee te nemen in het ontwerp. Maar ook wat minder belangrijk is. In de zin van: áls je dan bijvoorbeeld een dakkapel wilt, doe het dan op een plek waar deze de hoge monumentwaarde niet schaadt.”

“Die totstandkoming van zo’n waardestelling is een heel proces. Sommige panden zijn al eeuwenoud en dan probeer je de belangrijke en bijzondere elementen eruit te lichten. En dat ik dat doe voor een gemeente, maakt het voor mij extra interessant. Zo kan ik onderzoeken of er bepaalde, lokale gebouwen, oplossingen of gewoontes zijn te ontdekken. En zo hoop ik ook te weten te komen hoe de gebruikers van de panden leefden.”

Veel te doen

“In de gemeente Alkmaar is heel veel te ontdekken voor een bouwhistoricus. Er is een binnenstad, er zijn verschillende dorpskernen en er is een stolpenlandschap met veel historische panden. Ik werk nauw samen met de monumentenadviseurs en samen vormen we een mooi team dat zich in brede zin kan richten op gebouwd erfgoed en monumenten: beleidsmatig, voor monumentenadvies, erfgoedsubsidies en bouwhistorie. Met dit alles mag ik mij nu vier dagen per week bezighouden. En die andere dag run ik nog mijn eigen bouwhistorisch bureau, zodat ik ook buiten onze mooie gemeente onderzoek kan blijven doen en mijn expertise kan vergroten.”

Wat mij beweegt?

“Eigenlijk is het een cirkeltje dat zich nu sluit. Ik ben opgegroeid in een rijksmonument. In 1970, toen iedereen de stad uit vluchtte, kochten mijn ouders een grachtenpand in de Delftse binnenstad. De binnensteden waren in die tijd verloederd, veel eeuwenoude panden stonden op instorten. Mijn ouders kwamen te wonen tussen studenten, een nachtclub, een gemeentedienst en een bank. Vervolgens hebben zij een leven lang aan dat huis zitten schaven en restaureren. Ik heb de liefde voor een historische omgeving dus eigenlijk een beetje met de paplepel ingegoten gekregen. Ik vond het als kind al heel interessant. En niet alleen oude gebouwen maar ook hoe zo’n binnenstad nou in elkaar zit. Dus ik ging op onderzoek uit in de stad. Zo ben ik onder andere met een vriendje de kerktoren ingeklommen om te kijken hoe die in elkaar zat en om te genieten van het bijzondere uitzicht… Na mijn middelbare school heb ik bouwkunde in Delft gestudeerd. Vervolgens was ik als architect en stedenbouwkundige het liefste bezig met oude gebouwen en het toevoegen van nieuwe onderdelen aan de binnenstad. Hoe zorg je in dat laatste geval dat het past en niet detoneert? Op een dergelijk vraagstuk was ik ook in Delft afgestudeerd.”

“Na een paar jaar gewerkt te hebben als ontwerper, ben ik de onderzoekskant opgegaan. Aan de Hogeschool van Amsterdam had ik een managementfunctie bij een onderzoeksprogramma. Dat was een interessante tijd want het ging om onderzoek in de stad. Hoe zorg je dat een stad klimaatbestendig is? Wat doet hoogbouw met een stad en met de mensen die er wonen? En hoe kunnen we circulair bouwen? Vanwege mijn leidinggevende functie deed ik alleen zelf nauwelijks onderzoek. Zo ging ik me steeds vaker afvragen hoe ik met mijn kennis nou echt kon bijdragen aan het erfgoed, waar mijn passie lag. Toen ben ik bouwhistorie gaan studeren en dat bleek een schot in de roos.”

Vanwaar jouw keuze voor een gemeente?

“De afgelopen jaren heb ik met mijn eigen bureau op veel verschillende plekken gewerkt. Ik heb panden onderzocht in Amsterdam, Haarlem, Utrecht, Delft…. Hierdoor heb ik een aardig beeld van historische panden en steden in West-Nederland. Maar als je als bouwhistoricus bij een gemeente werkt, bouw je juist veel lokale kennis op. Dat is tenminste mijn hoop. Hoe bouwde men in deze stad of in deze streek? Wat is nou typisch Alkmaars? Wat zijn Alkmaarse ontwikkelingen in de loop der eeuwen en hoe hangen die samen met hoe men vroeger leefde?  Een gebouw volgt voor een groot deel de gebruiker. En soms belemmert het de gebruiker juist. Hoe bleven de panden van waarde?”

Schermer stolp

“Wat ik ook heel interessant vind zijn de stolpen in de gemeente. Deze unieke historische boerderijen zijn soms al eeuwen oud. En vaak is de kern ervan, het vierkant, hergebruikt in een nieuwere boerderij. Hoe meer je daarover weet, hoe beter je de stolpen ook kunt bewaren. Regelmatig is er een aanvraag om iets aan te passen aan een stolp en daar heb ik dan gesprekken over, met collega’s en de eigenaar. Mensen hebben bijvoorbeeld iets moois gezien op tv of in een tijdschrift. Maar soms past een ontwikkeling niet bij een stolp in de Schermer. Dan kunnen we meedenken over hoe het dan wel kan, zodat de waardevolle onderdelen van de traditionele stolp zoveel mogelijk behouden kunnen blijven. Dat zijn vraagstukken waar mijn collega’s en ik dagelijks mee bezig zijn. De Schermer is ook een uniek stukje Nederland. Daar is het allemaal net iets anders gedaan dan in de omliggende droogmakerijen. Dat zie je in de bebouwing en aan het erf.”

“Ook de schaal van de gemeente Alkmaar trok mij trouwens. Groot genoeg om veel onderzoek te kunnen doen, maar tegelijkertijd klein genoeg om nog de hele gemeente te kunnen overzien. Als je bouwhistoricus bent in een stad als Amsterdam, dan doe je maar een heel klein deeltje…”

Link met archeologie

“Ik ben dus ontwerper geweest, toen manager en nu ben ik lekker onderzoeker met de voeten in de klei. Ook de link met archeologie vind ik heel interessant. Ik voel mezelf eigenlijk een archeoloog boven de grond. Ik heb er heel veel zin in om met de archeologen te gaan samenwerken. Een bouwhistoricus kijkt naar bouwwerken boven de grond, bijvoorbeeld het houten vierkant van een stolpboerderij of een kap van een monument. Die kun je dateren met bijvoorbeeld met dendrochronologisch (jaarringen) onderzoek. Archeologen kijken juist vooral ónder de grond, naar bijvoorbeeld funderingen en beerputten. Zij hebben veel kennis van oude structuren en de bouwwerken die er waren. Zo kan je samen de geschiedenis van Alkmaar onderzoeken. Ook dat is een meerwaarde van werken bij een gemeente.”

De meeste indruk op mij maakte…

“Dat is een aantal dingen. Allereerst ben ik behoorlijk onder de indruk van de diversiteit van Alkmaar. Je hebt een oude binnenstad met knoert oude gebouwen en structuren. Maar je hebt ook de Schermer en  droogmakerijen waar nog boerderijen staan met een heel oude structuur. Dat vind ik heel indrukwekkend. Ik vind het geweldig om door de stad te lopen maar net zo geweldig om door de droogmakerijen te wandelen. Een compleet andere sfeer.”

Trots

“Waar ik ook van onder de indruk ben, is het enthousiasme over erfgoed. De mensen in Alkmaar zijn  er echt trots op en willen er met elkaar goed voor zorgen. Dat gaat natuurlijk soms ook wel eens fout. Er zijn sowieso altijd dingen die beter kunnen, maar dat maakt mijn baan uitdagend en afwisselend. Ik merk het ook als ik langs oude panden loop en naar binnen kijk. Het gebeurt geregeld dat ik word uitgenodigd om even binnen te komen kijken. En als ik vanuit mijn functie bij een pand ga kijken, merk ik ook dat de eigenaren erg open staan. Ze vinden het leuk iets te leren over hun pand, te weten wat er allemaal gebeurd is in de loop der jaren. Dat maakt het werk ook dankbaar en leuk.”

Houtskelet

“In mijn eerste week bij de gemeente Alkmaar, ik was nog maar net begonnen, liepen ik met twee collega’s door een winkelpand in de Langestraat. Het was het pand op nummer 17 waarvan we onlangs nog het dakvenster uitlichtten in de rubriek ‘Detail op dinsdag’. Het pand is al heel lang in het bezit van één familie en de jonge eigenaar, de vijfde generatie,  was heel enthousiast. Hij was bezig met een verbouwing en hoopte vurig dat we iets ouds zouden vinden, ook al was het pand geen beschermd monument. Eerst ontdekten we dat de verdiepingen en de kap negentiende-eeuws waren. Dat was al mooi maar nog niet heel erg oud. Vervolgens hebben we een afspraak gemaakt om nog een keer te kijken als de betimmering van de winkelruimte verwijderd zou zijn. En toen kwamen we dus echt oude elementen tegen, want toen vonden we een oud houtskelet. Het bleek dat de begane grond voor een groot deel eind zestiende-eeuws was. Dat is wel iets wat indruk maakt. De eigenaar is helemaal blij en wil zoveel mogelijk behouden!”

“Iets anders wat heel veel indruk op mij maakte, was tijdens mijn opleiding voor bouwhistoricus. Met onze klas van ongeveer zestien mensen werden we gedropt in ons eerste onderzoeksgebouw, een pand in Harderwijk. Het was midden in de winter en steenkoud. Het pand was half gestript en het was heel donker. Oké, ga maar aan de slag met het onderzoeken van de bouwgeschiedenis, was de opdracht. Ik weet nog goed dat we allemaal enorm verdwaasd rondliepen. Want jeetje, waar moet je beginnen? Uiteindelijk bleek het de vleugel te zijn van een klooster van rond 1500. Door al die laagjes geschiedenis met aanpassingen van vele eeuwen, zag je dat in eerste instantie helemaal niet meer. Zo’n eerste indruk, die sfeer, kan dus heel overweldigend zijn. Je ziet en voelt van alles. En voordat je een idee hebt hoe het pand zich heeft ontwikkeld, ben je wel een tijdje bezig. Maar die eerste stap in zo’n pand blijft altijd een mooi moment.”

Weten wie er nog meer werkt bij Erfgoed Alkmaar? Lees de bio’s van de andere teamleden