Terug naar het overzicht

De alkoofkamer van Sijmon Schagen en Cornelia Kraft

Moriaanshoofd bergt uiterst zeldzame kamer

Het Moriaanshoofd aan de Langestraat 93 – ooit een sjieke herberg – maakt al jarenlang deel uit van het Stadhuis. Dat de eerste verdieping een wel heel bijzondere kamer herbergt, is echter pas sinds kort bekend. Kunsthistoricus Harold D.E. Bos met als specialisatie wooncultuur ontdekte een uniek historisch interieurensemble van een zogenoemde alkoofkamer: “Woonhuisinterieurs in Alkmaar uit het begin van de achttiende eeuw zijn op één hand te tellen. Deze alkoofkamer is uitermate zeldzaam.”

Ik ontdekte de bijzondere alkoofkamer tijdens mijn bezoek aan het Moriaanshoofd tijdens de renovatie in 2015. Ik was uitgenodigd om een advies te geven over de wandafwerking in de voormalige keuken, op de begane grond. Vervolgens liepen we het pand nog even door en kwamen we op de verdieping. Daar aan de linker achterzijde van het pand, ontdekte ik een zogenoemde alkoofkamer met een uniek historisch interieurensemble uit 1718-1720, de tijd waarin de oude herberg werd verbouwd tot patriciërshuis. “Moet je kijken,” riep ik meteen, “dit is nog helemaal authentiek!”

Een alkoofkamer heeft een grote nis waarin een vrijstaand hemelbed kon worden geplaatst. Alkoofkamers uit het begin van de achttiende eeuw zijn uiterst zeldzaam. In kasteel de Cannenburg te Vaasen nog wel een alkoofkamer uit deze tijd bewaard gebleven. Deze kamer is ingericht met een hemelbed uit circa 1730. De kamer in de Cannenburg geeft ons een indruk van de luxe situatie waarin ook Sijmon Schagen en Cornelia Kraft verkeerden. Dit echtpaar kocht het Moriaanshoofd in 1718. Daarvoor was het een voorname herberg voor officiële gasten van het stadsbestuur (zie ook kader). Sijmon en Cornelia lieten het pand ombouwen tot een voor die tijd modern patriciërshuis, inclusief de bewuste alkoofkamer.

Daniel Marot

Het decoratieve lijst- en beeldsnijwerk van zowel plafond, lijsten, schoorsteen als alkoofnis, zijn duidelijk geïnspireerd op ontwerpprenten van de architect Daniel Marot(1661-1752) die destijds werkzaam was aan het stadhouderlijk hof. Marot gaf in 1703 te Den Haag een serie van 120 ontwerpprenten uit en in 1712 verschenen in Amsterdam nog eens ruim 230 prenten van zijn hand. Het zijn architectuur- en interieurprenten in de stijl van de Barok, ook wel Lodewijk de veertiende stijl. Aan het Stadhouderlijk Hof, voor de elite en de brede kring daaromheen waren het geliefde voorbeelden van een voorname smaak. Buitenplaatsen en heren- en grachtenhuizen werden naar deze Franse mode voorbeelden gebouwd en gedecoreerd en ook in Alkmaar werd dat voorbeeld gevolgd. De plaatselijke bouwmeesters en meester timmerlieden gebruikten de ontwerpprenten als voorbeeld en pasten ze zelf naar de wensen van de opdrachtgevers aan.

Plattegrond

De plattegrond van de alkoofkamer in het Moriaanshoofd komt geheel overeen met het ontwerp van Daniel Marot voor een Amsterdams woonhuis uit 1712. Hier is, eveneens op de verdieping aan de achterzijde, een kamer gesitueerd met een alkoofnis, garderobe, kabinet en doorloop naar de voorkamer. Ook hier bevindt zich tegenover de schoorsteen de toegangsdeur vanuit de gang naar de slaapkamer. Zo was het oorspronkelijk ook in de alkoofkamer in het Moriaanshoofd. De huidige entree is via de voormalige garderobe. Het kabinetje rechts van de nis heeft van oorsprong een doorgang naar de voorkamer.

In het ontwerp uit 1712 heeft Marot ook precies de plaats van het bed aangegeven.

Hollandse schoorsteen

Daniel Marot introduceerde bij zijn ontwerpprenten ook de zogenoemde Hollandse schoorsteen, geïnspireerd op de voor ons land zo kenmerkende hangende rookkap. De boezem (dat deel van de schoorsteen waar de rook wordt opgevangen) rust daarbij op twee slechts weinig naar voren stekende, schorende wangen of consoles. Op de boezem in het midden was plaats voor een schilderij of kleine spiegel. De rijke varianten bevatten soms vele consoles voor het tentoonstellen van Chinees porselein.

De schoorsteen in het Moriaanshoofd is rijkelijk voorzien van fijn beeldsnijwerk van bladvoluten, kwastjes, eierlijsten, bandwerk en lambrekijns. Dit komt door de verflagen overigens minder scherp over. Centraal zien we een schelpmotief en de consoles lopen naar beneden spits toe. Dit fraaie snijwerk zien we ook bij de alkoof en in de lijsten aan het plafond. Wellicht kan in de toekomst kleuronderzoek van het houtwerk, het centrale plafondveld en (de latere) schildering van het schoorsteenstuk ons meer vertellen over de voormalige uitstraling van deze unieke alkoofkamer.

Wat we in elk geval wel kunnen vaststellen, is dat de alkoofkamer in het voormalige woonhuis van Sijmon van Schagen en Cornelia Kraft uitermate zeldzaam is. Woonhuisinterieurs in Alkmaar uit het begin van de achttiende eeuw zijn namelijk op één hand te tellen. Het Moriaanshoofd is een goed bewaard voorbeeld van de Barokstijl. Huize De Dieu, 25 jaar later in de Langestraat gebouwd als woonhuis voor Carel de Dieu, is een fraai voorbeeld van de Rococo stijl in Alkmaar.

Harold D.E. Bos,

kunsthistoricus (specialisatie wooncultuur) en voorzitter Stichting Huys Auerhaen

Van herberg tot patriciërshuis

Het ‘Moriaanshoofd’ in de Langestraat te Alkmaar is een voormalige herberg waar in de zeventiende eeuw gasten van het stadsbestuur verbleven. In 1718 werd het aangekocht door Sijmon Schagen en zijn echtgenote Cornelia Kraft. Net als zijn vrouw, stamt mr. Sijmon Schagen (1691-1743) uit een Alkmaars regentengeslacht. Hij studeerde in Leiden en promoveerde in 1715 tot dr. in de rechten. Van 23 december 1719 tot aan zijn overlijden 11 juli 1743 was Sijmon Schagen lid van de vroedschap van Alkmaar.

Na de aankoop van het pand door Sijmon Schagen wordt het tussen 1718 en 1720 omgebouwd tot een royaal patriciërs huis, deels met gebruikmaking van bestaande bouwmuren. De brede blokvormige woning heeft een symmetrische voorgevel van twee bouwlagen met daarboven een halve bouwlaag (of op zijn Italiaans ‘mezzanino’), onder een dubbele kap. De verdieping krijgt in de voorgevel een grote hangerker, recht boven de centrale ingangspartij. De twee gebeeldhouwde voordeuren zijn in de onderste panelen voorzien van de initialen van Sijmon Schagen en Cornelia Kraft.

Het huis maakt al jaren deel uit van het stadhuis maar in hoofdvorm is het dubbele patriciërshuis grotendeels ongewijzigd gebleven. Alleen het interieur is in de loop der eeuwen gedeeltelijk aangepast.

Bronnen

Bos, Harold D.E., Alkmaar 2012, in; Alkmaars Groene verleden, Huize De Dieu. De natuur als decoratie, p.70-89

Cox, J.M.C., Alkmaar 2005, De Heeren van Alkmaer. Regeerders en Regenten Vroedschap en Raad 1264-2005, p. 93.

Fock, C. Willemijn, Zwolle 2001, Het Nederlandse interieur in beeld 1600-1900, p.170-173.