Terug naar het overzicht

Wonen in een molenromp middenin de Eilandspolder

We staan in de keuken van Geertje en Jan Ernst en kijken door de glazen wand naar het adembenemende landschap van de Eilandspolder. Geertje: “En dan te bedenken dat hier eerst het toilet zat… Zonde van het uitzicht, toch?”. In de zomer van 2018 besloten Geertje en Jan Ernst tot aankoop van de Westermolen in Driehuizen. Of liever gezegd, de romp van de molen. Want deze poldermolen uit circa 1652 is al een tijdje zijn bovenkant kwijt. Geertje en Jan Ernst maakten er een droomhuis van en sinds voorjaar 2020 zijn ze de trotse bewoners van dit paradijsje tussen Driehuizen en West-Graftdijk.

De Westermolen of Leimolen is rond 1652 gebouwd aan de Oudelandsdijk tussen West Grafdijk en Driehuizen voor het droogmalen van het Schermereiland, tegenwoordig de Eilandspolder. Bijzonder is de ligging op een terp aan de dijk en Schermerringvaart op de grens van twee polders. Oorspronkelijk had de Westermolen een waterrad maar dat is later vervangen door een houten vijzel. Zo’n vijzel is nog te zien in de nabijgelegen molen K aan de Blokkerweg in de Schermer. De Oudelandsdijk begrenst het natuurgebied Eilandspolder aan de noordkant. Aan de overkant liggen de ringvaart en de Schermer. In het begin van de twintigste eeuw werden veel poldermolens op windkracht vervangen door elektrische gemalen, waarna ze buiten gebruik gesteld werden en in verval raakten. In 1923 zijn de wieken van De Westermolen verloren gegaan door een storm. De molen is toen ontdaan van de kap en de romp is afgeknot, zoals dat heet.

Maar, wonder boven wonder: bij de herbouw van de molen zijn delen van de houten roeden (onderdeel van de wieken) teruggevonden. Ze kwamen naar boven toen Jan Ernst in september vorig jaar bezig was met het baggeren van de sloot.

Uitzicht

Inmiddels is de molenromp omgetoverd tot een waar paradijsje met een zeer gevarieerd uitzicht over de zeventiende-eeuwse polders en het natuurgebied Eilandspolder, met een enorme rijkdom aan vogelsoorten. Op polderniveau kijk je uit over de sloten met rietkragen en de drassige graslanden. Vanuit de begane grond zie je de dijk richting West-Graftdijk en Driehuizen, de ringsloot en de omliggende tuin en vanuit de serre op de eerste verdieping heb je een adembenemend uitzicht op de Eilandspolder. Verder is rond de molenromp een smalle strook uit het riet gesneden zodat je vanaf de tweede verdieping een prachtig 360 graden panorama op de polders hebt. Maar het was een heel project om het zover te krijgen als het nu is. Eigenlijk is het een heel nieuw huis, gebouwd op de oude fundamenten en de orginele houten achtkantconstructie.

Jan Ernst: “We kwamen toch wel wat verrassingen tegen onderweg. Zoals de Bonte knaagkever. En dat is erger dan houtworm, want die eet de kernen van de balken op. Er moesten dan ook grote delen van balken vervangen worden.”

Brommers

Voor het maken van het grote plan schakelden Geertje en Jan Ernst architect, renovatie- en transformatieprofessional Eddo Carels in (caas architecten). Jan Ernst: “Eddo en ik zaten vroeger bij elkaar op school. We hebben nog samen aan onze brommers geklungeld. We waren elkaar uit het oog verloren, maar ik wist dat hij architect was geworden en actief was in deze omgeving.”

Geertje: “Dat was heel fijn want Eddo wist de weg naar de monumentenspecialisten van de gemeente en hij wist ook de juiste aannemer te vinden voor deze klus.”

Jan Ernst: “Er is wel een ontwerp gemaakt, maar dat is ook steeds weer aangepast. Want zo’n project groeit gaandeweg met alles wat je tegenkomt. Alles is namelijk anders dan normaal. Kijk alleen al naar de hoogte van de voordeur. Dat was behoorlijk passen en meten, want er zit een relatief krappe ruimte tussen het taflement (de achtkantige constructie op de begane grond) en de balken erboven.”

Isolatie

Voorheen was de molen aan de binnenkant geïsoleerd maar de isolatie zit nu van buiten: Jan Ernst “Zo kun je de hele constructie zien, de balken en het taflement.”

Geertje: “Van binnen wilden we juist de oude elementen laten terugkomen. Maar de buitenkant is dus helemaal nieuw. Het is geen monument, dus op zich was het ontwerp wat dat betreft niet gebonden aan voorwaarden.”

Jan Ernst: “Maar dat maakt ook dat je niet echt houvast hebt.”

Geertje: “De verbouwing is gedaan door Van Engen, ecologische houtbouwers uit Kockengen. Die vonden het een geweldig project. Juist omdat we voor duurzaam gingen, alles is van hout en leem.”

Jan Ernst: “Het terras bijvoorbeeld is van Europees hardhout en de vloer in de keuken bestaat uit tegels van oude boerderijen in België en Frankrijk.”

Geertje: “Ja, met het groeien van de plannen werd het wel steeds duurder, allemaal…”

Jan Ernst: “En het vraagt enorm veel flexibiliteit van alle betrokkenen.

Geheime verrassing

Geertje: “Als we tegen mensen die hier niet uit de buurt komen zeggen dat we naar de Eilandspolder zijn verhuisd, heeft niemand er ooit van gehoord. Het is een soort geheime verrassing vlakbij de randstad. Er gaat mensen pas een lichtje branden als je het hebt over Graft en De Rijp. Die plaatsjes zijn vooral bekend bij de schaatsers.

Het plan om de randstad te verruilen voor een rustiger plek was er al langer. Geertje: “Voor als de kinderen de deur uit waren. Eigenlijk kwam dit net iets te vroeg op ons pad. Onze jongste is inmiddels aan het studeren, maar toen zat ze nog middenin haar examenjaar. En toch, we waren zo verliefd op deze plek… Binnen een week hadden we de molen gekocht.”

Maar voordat ze erin konden wonen, volgde nog een heel traject: “Een periode waarin we elkaar meer dan eens hebben aangekeken met de vraag ‘waar zijn we aan begonnen?’
Die twijfel was er trouwens alleen op momenten dat we hier niet waren. Zodra we weer in de Eilandspolder kwamen, wisten we meteen weer waar we het voor deden.”

Architect Eddo Carels: “Een bijzonder project met veel uitdagingen”

“Dit was een heel bijzonder project met heel veel uitdagingen,” vertelt architect Eddo Carels. “En dat geldt voor alle partijen. Ook voor de aannemer en alle adviseurs. Want hoe zet je bijvoorbeeld een extra verdieping op een gebouw van bijna 400 jaar oud? Wat je doet is eigenlijk steeds reageren op wat je tegenkomt. Want als je zo’n gebouw gaat afpellen, kom je steeds iets nieuws tegen. Dat maakt dat je heel veel moet improviseren en steeds samen naar oplossingen moet kijken. Een intensief proces voor de opdrachtgever die dus moet afgaan op de adviezen van de adviseurs en de aannemer.”

De vorige eigenaar, die de molen kocht in de jaren tachtig van de vorige eeuw, werkte jarenlang aan verbetering en behoud van de molenromp. In de jaren negentig liet hij een aanbouw bouwen en begin deze eeuw kwam er een nieuwe fundering om de molen te behoeden tegen verzakking.

Contact met buiten

Eén van de belangrijkste eisen van de familie de Groot was dat ze vanuit hun nieuwe woonruimte zoveel mogelijk contact wilden hebben met het omliggende natuurgebied.

Eddo: “Na een aantal studies ontstond het idee om de bestaande aanbouw van twee verdiepingen te slopen en de molenromp te herstellen door een verdieping er bovenop te zetten. En de nieuwe aanbouw werd een serre op de begane grond aan de zuidzijde. Op die manier is de balans tussen molen en aanbouw beter in evenwicht.
De nieuwe (tweede) verdieping is uitgevoerd in een staalconstructie die met acht poten op de molenromp staat. Daarmee keert het silhouet van de molen, weliswaar zonder kap en wieken weer terug in het landschap.”

Originele elementen

Een andere wens van de familie de Groot was dat zoveel mogelijk originele elementen bewaard zouden blijven. Eddo: “De achtkantige constructie van de molen, met originele eikenhouten stijlen, balken en achtkantige ondersteuning (ook wel het taflement), vertoont mooie sporen van herstel uit verschillende periodes maar was ook ernstig aangetast. De aannemer heeft op vakkundige wijze de helft van het taflement vervangen door oud eikenhout. Na bestrijding van de bonte knaagkever is de draagconstructie gerepareerd  met behulp van de moderne techniek, ofwel gewapend epoxy. Daarna is de constructie verbonden met het taflement.”

Hergebruikte grafstenen

Bij dit herstel van de draagconstructie werd nog een bijzondere ontdekking gedaan. Eddo: “Tussen de gemetselde fundering en de houten draagconstructie van de molen ontdekte de opdrachtgever opeens een inscriptie met een naam, plaats en jaartal. Het bleek een stuk grafsteen dat klaarblijkelijk was hergebruikt. Uiteindelijk bleek dat drieënhalve eeuw geleden, bij de bouw van de Westermolen, onder de acht hoeken van het achtkantige taflement delen van een grafsteen uit het nabijgelegen Graft zijn gebruikt als fundament. De stukken grafzerk liggen nu, samen met de gevonden roeden te pronken in de tuin.”

Duurzaamheid

Bij de herbouw van de molenromp is zoveel mogelijk oorspronkelijk materiaal behouden of hergebruikt. Nieuwe materialen zoals de houtconstructie en de kozijnen zijn FSC gekeurd. Eddo: “Voor de afwerking aan de binnenkant is gebruikgemaakt van leemstuc op houtvezel. Zo kon de eikenhouten draagconstructie zichtbaar blijven in het interieur. Houten delen die bij de sloop vrijkwamen, zijn gebruikt voor afwerking van het interieur en voor maatwerkmeubels.”

De gevels zijn geïsoleerd met cellulose met een hoge isolatiewaarde. Door energiezuinige installaties met warmte terugwinning, zonnecollectoren en PV-panelen voor de stroomvoorziening en een warmtepomp op bodemwarmte is een duurzame woning gerealiseerd met goed wooncomfort, zonder aardgasaansluiting. De glazen serre heeft een overstekend en begroeid dak om oververhitting in de zomermaanden te voorkomen.

Judith Flapper