Woudglas drinkglazen uit beerput Voordam

Vondst op vrijdag

We zijn nog niet uitgegraven in de beerput die in 1992 gevonden werd aan de Voordam. De put hoorde bij een rijk huishouden dat vanaf de late veertiende eeuw tot in de tweede helft van de zestiende eeuw huisde aan de Dijk. Na de glazen bokaal en de drinkglazen van woudglas, belichten we ook deze week een paar woudglas drinkglazen met de typische kenmerkende groene kleur van dit materiaal.

Het eerste glas is een bekertje met een conische vorm en met noppen op de onderste helft. Het bekertje, met een hoogte van ca 10 cm komt uit het tweede kwart van de zestiende eeuw en is sterk verwant aan de ‘berkemeyer” die we vorige week bespraken. Het glas van vandaag heeft wel hetzelfde conische model maar is versierd met gladde noppen in plaats van doornnoppen (de noppen waren overigens bedoeld om het glas niet uit je vette handen te laten glijden; mensen aten immers met hun handen). Verder heeft het glas een meer geribde voetring in plaats van de golvende uitgeknepen voetring die we vorige week zagen.
Het tweede glas (zie foto 2) is een zogeheten ‘maigelein’ glas op voet. Een maigelein is een lage drinkbeker of eigenlijk een soort drinkschaaltje. Maar we zien ze niet zo vaak met voet. Een maigelein is ongeveer 3 á 4 cm hoog en is meestal versierd met een gekruist ribbenpatroon. De diameter van dit glas ligt rond de 10 cm. Het komt waarschijnlijk uit de periode 1475-1525 en is dus iets ouder dan het bekertje. De maigelein heeft op de foto een bruine kleur, maar oorspronkelijk was ook dit groen glas. Door inwerking van zuren in de grond echter, is het glas aangetast waardoor het brokkelig en opaak is geworden.

De informatie voor deze rubriek wordt aangeleverd door Rob Roedema, archeoloog gemeente Alkmaar.