Terug naar het overzicht

Danken we de vorm van de stolp aan het veranderende klimaat?

Graven in Graft 2: Van onder de stolp

Hebben de veranderingen van het klimaat gezorgd voor de voor ons nu zo traditionele gebouwen in het Hollandse landschap? Archeologisch onderzoek sluit dat in elk geval niet uit. We zijn weer een flinke stap verder in het onderzoek op basis van de opgraving van twee jaar geleden aan de Raadhuisstraat 57 in Graft, na de sloop van een oude stolp. De afgelopen maanden zijn ook de stukken hout die bij die opgraving geborgen zijn, onderzocht. Met de informatie die dat opleverde licht gastarcheoloog Kasper van den Berghe de stolp, en dan vooral het verhaal achter deze boerderijvorm, een stukje verder voor ons op.

In een artikel in de zomereditie van 2021 van Erfgoed Magazine Alkmaar gaf onze stadsarcheologe Nancy de Jong al aan veel te verwachten van het nadere onderzoek van de aan de Raadhuisstraat in Graft gevonden resten. Die verwachting bleek terecht, zo schreven we in het vervolgartikel in de voorjaarseditie 2022. De analyses van verzameld bodemmateriaal leverden verrassende informatie op. Zo verkregen we nieuwe inzichten over het wel en wee van het mooie Graft in het verleden. Zaken als natuur, landgebruik, handel en familierelaties in vroeger tijden kwamen aan het licht.

Nieuw huis

Sinds vorig jaar staat aan de Raadhuisstraat in Graft een geheel nieuw pand. Een pand dat recht doet aan de stolpboerderij die tot voor kort op deze plek stond. Renovatie van het oude pand bleek niet meer rendabel. Nieuwbouw was de enige optie om de toch ietwat verloederde plek weer een waardige plaats te laten zijn.
Beleid van de gemeente Alkmaar, waar Graft sinds 1 januari 2015 deel van uitmaakt, stelde archeologisch onderzoek voorafgaand aan de nieuwbouw verplicht. Binnen de contouren van de bouwkuip, ofwel de plaats waar de nieuwbouw zou komen, vond een opgraving van beperkte omvang plaats. Alleen het deel dat geroerd zou worden bij het grondverzet voor de nieuwbouw is onderzocht. Het gebied rond het pand en de diepere grondlagen zijn dus buiten beschouwing gelaten.

De vorm van de stolpboerderij is hét symbool van deze regio. Het zijn gebouwen die alles onder een dak hebben, als onder een deksel of een stolp.

De vorm van de stolpboerderij is hét symbool van deze regio. Het zijn gebouwen die alles onder een dak hebben, als onder een deksel of een stolp.

West-Friese en Noord-Hollandse stolpen

Er wordt onderscheid gemaakt tussen West-Friese en Noord-Hollandse stolpen. Heel in het kort zit het verschil in de plaatsing van de darsdeur, de toegangsdeur naar de deel. De West-Friese stolp kenmerkt zich door de darsdeur in de voorgevel, de koeienstal aan de achterzijde en de woonvertrekken langs de zijkant. Terwijl de Noord-Hollandse stolp een symmetrische voorgevel heeft, met de darsdeur in de achtergevel en de stal langs een zijgevel.
De oudste stolp op het perceel van onze opgraving, zo blijkt uit de kadastrale minuut van 1811-1832, was mogelijk een West-Friese stolp of een afgeleide hiervan met een onregelmatig grondplan. Deze stolp is in 1855 vervangen door een Noord-Hollandse stolp. Vanwege het beperkte onderzoek konden we geen informatie naar boven krijgen over de vorm van de bebouwing in de nog oudere fasen.

Acht bewoningsfasen

Wel weten we dat het perceel al eeuwen sporen van bewoning en gebruik kent. Bij de opgraving hebben we meerdere fasen van bewoning kunnen herleiden. Zo blijkt de in 2021 gerealiseerde stolp van Mariët en Hans Geerlings, voor zover op dit moment kunnen herleiden, zelfs al de achtste fase van bewoning te zijn. Vermoedelijk waren de frequente her- en verbouwingen op deze plek een gevolg van de beperkte draagkracht van de ondergrond.
Zeer waarschijnlijk kunnen we de eerste fase van gebruik plaatsen in het derde kwart van dertiende eeuw. Uit deze periode komen de onderzochte lagen zandig en plantaardig materiaal waarover we schreven in de voorjaarseditie van Erfgoed Magazine Alkmaar. Rond het midden van de vijftiende eeuw was er een (grotere) verbouwing plaats die een tweede gebruiksfase inluidde. Een stuk hout uit deze periode is het restant hiervan. Een derde fase van gebruik valt wederom twee eeuwen later te plaatsen. Ook toen, rond het midden van de zeventiende eeuw, gekenmerkt door een her- of verbouwing. Van deze fase vonden we een viertal palen en planken terug.

Van West-Fries naar Noord-Hollands

Aan de vierde fase van gebruik ging een zeer ingrijpende verandering vooraf. Het gehele terrein moet met de bouw van de Noord-Hollandse stolp op dat moment, in 1855, drastisch van inrichting zijn veranderd. Uit ouder kaartmateriaal blijkt dat met de sloop van de West-Friese stolp de oude locatie van het pand is opgeschoven naar het zuiden, naar de locatie van het huidige bouwvlak. Dat wat nu erf is, was voordien het bouwvlak en andersom.
Maar ook op de huidige locatie zijn weer meerdere fasen van gebruik te herkennen. En ook deze fasen zijn weer van elkaar gescheiden door intensieve verbouwingen. In 1894 is de boerderij herbouwd en in 1951 intensief vernieuwd. In 1965 verdween de boerderijfunctie en is het pand, na wederom een verbouwing, in gebruik genomen als woonhuis. Dat pand is in 2020 gesloopt om plaats te maken voor het huidige pand, dat gebouwd is in 2021.

Houtonderzoek

Verschillende houten delen die naar boven kwamen tijdens de opgraving zijn onderworpen aan natuurwetenschappelijke onderzoeksmethoden om de ouderdom te bepalen. Als eerste hebben we dendrochronologie toegepast, een methode waarbij de nog zichtbare jaarringen geteld worden om de ouderdom van het hout te bepalen. Deze methode, die soms tot op het seizoen nauwkeurig de kapdatum van het hout kan geven, bleek nu echter niet te werken. Er waren te weinig bruikbare stukken met zichtbare jaarringen. Besloten is toen om de zogeheten AMS 14C methode toe te passen. Hiermee wordt de halfwaardetijd van een bepaalde soort radioactieve koolstofdeeltjes onderzocht. Een methode die zeer effectief is bij oudere objecten, maar in dit geval toch ook lastig bleek.
De stenen lagen uit de eerste gebruiksfase konden op 24 jaar nauwkeurig worden geschat. Dat wil zeggen dat ze ergens uit de periode tussen 1268 en 1292 afkomstig zijn. De houten delen echer konden iets minder precies worden gedateerd. Wel is duidelijk dat al het onderzochte hout niet ouder is dan uit het midden van de zeventiende eeuw. De jongste stukken hout komen uit de periode tussen 1800 en 1930. We moeten deze gegevens overigens nog combineren met de datering van het aangetroffen keramiek en glas uit de bovenliggende lagen, waarvan we de ouderdom gebaseerd hebben op bepaalde stijlkenmerken. En we verwachten zeker dat we met de combinatie van verschillende methoden uiteindelijk toch zullen komen tot een scherpe datering.

Invloed van het klimaat

Dat we de ouderdom van de gevonden resten minder nauwkeurig konden vaststellen dan gehoopt, had onder meer te maken met wisselingen in zonneactiviteit in het verleden. Maar dat was niet het enige ‘buitenaardse’ dat ons bestaan in de loop der eeuwen heeft bepaald. Klimaatveranderingen brachten veranderingen in de agrarische bedrijfsvoering en hadden daardoor ook invloed op de vorm van de gebouwen.
En dat had te maken met het voortdurend veranderende klimaat. De gunstige situatie die er was vanaf de negende eeuw maakte kolonisatie mogelijk van de veengebieden vanaf de strandwallen en van andere hoge delen. Vanaf de twaalfde eeuw komt daar echter een kentering in. Stormen en overstromingen zorgen er voor dat grote delen van het land en veen worden weggeslagen. Met als gevolg verplaatsingen van de dorpen. Het begin van wat wel ‘de kleine ijstijd’ wordt genoemd, is ingezet. Ook het grondwaterniveau steeg meer en meer, met vernatting tot gevolg. Akkerbouw was daardoor steeds minder mogelijk en verdween uiteindelijk zelfs helemaal uit het gebied. Nieuwe bedrijfsvoeringen in de vorm van veehouderij, of waar zelfs dat niet mogelijk was, hooi en grasland, deden hun opgang. Deze verandering in bedrijfsvoering in combinatie met de gesteldheid van de bodem leidde uiteindelijk tot een andere inrichting van de gebouwen. En zo kwam alles onder één dak: lekker veilig en droog.

Vervolg

Met het onderzoek is de stolp letterlijk en figuurlijk opgelicht, met als resultaat een veel bredere en scherpere kijk op wat zich in het verleden op Raadhuisstraat 57 te Graft en in de verdere omgeving heeft afgespeeld. De natuurwetenschappelijke analyses zijn nu afgerond. Combinatie van alle gegevens staat op de rol om samen te worden gebracht in een definitief rapport. Voor een volgende keer.

Kasper van den Berghe (FindX) in opdracht van team Erfgoed Alkmaar