Terug naar het overzicht

Rob de Vries trots op zijn smalste huisje

Speciale rondleidingen op Open Monumentendag

Een nieuwe deelnemer op de toch al indrukwekkende lijst van monumenten die hun deuren openen op Open Monumentendag, is het smalste huisje van Alkmaar aan het Luttik Oudorp 119. Het huisje is sinds kort eigendom van Rob de Vries, de Alkmaarse architect en bouwhistoricus die onder meer het ontwerp maakte voor de recente metamorfose van de Josephkerk. Nu restaureert hij, voor de vierde keer sinds hij in 1989 Alkmaar is komen wonen, zijn eigen monument. Op Open Monumentendag, zaterdag 10 september, verzorgt hij er exclusieve rondleidingen op afspraak, om zijn pas verworven trots te laten zien aan wie dat wil: “Zo bijzonder dat er in Alkmaar nog van dit soort ruwe diamantjes bestaan!”

Het smalste huisje van Alkmaar (zo’n 2,20 m breed!) staat aan het Luttik Oudorp 119 en is op dit moment op de begane grond nog verbonden met het pand erachter, aan het Fnidsen 58. In dat zestiende-eeuwse rijksmonument is de werkplaats van de Alkmaarse Glazenier gevestigd (ook open op Open Monumentendag!). Tot enkele jaren geleden zat die werkplaats aan de Appelsteeg 1 (op de hoek met het Luttik Oudorp), waar nu hotel, koffiebar en conceptstore Luttik zit. Tot 2020 waren alle drie de panden met elkaar verbonden. Voormalig eigenaar Roel Hildebrand, de glazenier, heeft nu ook het smalste huisje verkocht, plus de twee bovenste verdiepingen boven zijn atelier.

(Tekst gaat verder onder de foto’s)

Ruwe diamant

Rob de Vries: “Het was voor Roel belangrijk dat het monument in goede handen komt en daar ben ik heel blij mee. Het is namelijk zo bijzonder dat er nog dit soort ruwe diamantjes zijn in de stad. Die je nog op een authentieke manier kunt restaureren en die gelukkig nog niet ten prooi zijn gevallen aan projectontwikkelaars die er het liefst allemaal te kleine woningen in willen maken.”

“Voordat ik mijn handtekening zette onder het koopcontract, ben ik eerst met Anne Pauptit, monumentenadviseur van de gemeente, door het pand gelopen. Ook om te kijken of we een beetje op één lijn zaten qua ideeën over de restauratie. Hij gaf aan dat ik echt op een orthodoxe manier aan het restaureren ben. En ik doe ook inderdaad geen ingrepen in het historische materiaal. Ik maak niks aan het monument vast.”

“Ik geef natuurlijk zelf advies aan monumenteneigenaren, vanuit allerlei monumentencommissies, en dan is het ook goed om weer eens te ervaren hoe het is als je zelf in zo’n positie zit. Ik ben dan ook heel streng voor mezelf. Ik wil alles puur en authentiek. Dat betekent onder meer dat de isolatie waar ik voor kies helemaal bio based is.
Verwarmen doe ik straks elektrisch met misschien een klein houtkacheltje. Op de slaapverdieping wil ik niet stoken, vandaar dat het daar dus extra goed geïsoleerd is met schapenwol.”

(Tekst gaat verder onder de foto’s)

Zo rauw mogelijk

“Het pakhuisdeel aan de kant van het Fnidsen, waar mijn keuken en slaapgedeelte komen, is uit ca. 1550. Dat laat ik echt zo rauw mogelijk. Ik vind het contrast met dat kitscherige Louis de 14e erkerkamertje plus entreehalletje aan het Luttik Oudorp fantastisch. En dat kalfje (de dorpel tussen kozijn en bovenlicht, red.) boven de voordeur is bijna rococo stijl.

Maar die rare gele kleur in dat erkerkamertje, die klopt volgens mij van geen kant. Misschien ga ik die delen wel schuren en houten (beschilderen met een houtpatroon, red.). Maar ik wacht eerst het kleuronderzoek van de deskundige af. Ik heb zelf al voorzichtig een paar stukjes weggekrabd, maar de specialist kan dat veel beter. En als geel toch echt de oorspronkelijke kleur blijkt te zijn, dan leg ik me daarbij neer. Bij restauratie ben je als eigenaar in dienst van het pand en niet andersom.”

Dit is niet het eerste monument in Alkmaar dat je zelf onderhanden neemt…

“Nee, dit is de vierde keer dat ik dat doe. Mijn eerste monument kocht ik in 1989 aan het Heiligland. Dat was een pand uit 1580. Ik kwam toen met mijn toenmalige vrouw vanuit Anna Paulowna naar Alkmaar. We waren op zoek naar iets ouds en in Enkhuizen en Hoorn hadden we niks gevonden. Dus we gingen nog even langs Alkmaar. Bij een foto in de etalage van een makelaar stond het jaartal 1880 en volgens de advertentie was er uitzicht op de Waag. Je moest wel heel erg je best doen om de Waag te zien, maar het pand bleek wel een stuk ouder dan aangegeven. Bij elke laag die we eraf pelden, gingen we zo weer honderd jaar terug in de tijd. In die periode heb ik mezelf leren restaureren. Ik was opgeleid tot meubelmaker en was inmiddels begonnen aan de opleiding tot architect.

Die eerste restauratie was een enorme ontdekkingstocht. Alles was nog nieuw voor mij. In die tijd heb ik Piet Verhoeven leren kennen, destijds hoofd Monumentenzorg & Archeologie (nu Erfgoed Alkmaar, red.). Die heeft mij echt een duwtje gegeven in de richting van wat ik uiteindelijk ben gaan doen. Hij gaf me ook af en toe restauratieklusjes omdat hij wist dat het dan wel goed kwam. Misschien helpt het dat ik ooit begonnen ben als meubelmaker, maar ik sla eigenlijk nergens stijl van achterover. Ik ga er altijd vanuit dat ik de dingen wel kan maken.”

(Tekst gaat verder onder de foto’s)

Grachtenpand

“Ik 2004 heb ik een pand gekocht , ook een rijksmonument, aan de Wilhelminalaan 23 en in 2007 kocht ik een grachtenpand uit 1624 gekocht aan het Verdronkenoord. Ook dat heb ik volledig gerestaureerd. Na zestien jaar had ik wel weer zin in iets nieuws, en toen had ik dus het geluk dat Roel het smalste huisje aan me wilde verkopen.”

“Volgens de adviseur van de Rijksdienst komt het niet vaak voor dat een architect ook zelf restaureert. Ik heb regelmatig contact met de Rijksdienst vanwege projecten waar ik aan werk, zoals de Grote Kerk, de Kapelkerk en de Josephkerk. En tijdens één van de besprekingen vroeg ik aan mijn contactpersoon of hij even met me mee wilde lopen naar mijn eigen nieuwe aanwinst. Hij viel van de ene verbazing in de andere en noemde het godsonmogelijk dat zoiets als dit er nog gewoon is.”

(Tekst gaat verder onder de foto’s)

Sierplafond

“Jammer genoeg is van het sierplafond uit het erkerkamertje nog slechts een deel bewaard gebleven. In 1960 heeft Meischke, die samen met Zantkuijl de grondlegger was van de hedendaagse monumentenzorg, nog een brandbrief gestuurd naar de gemeente Alkmaar omdat hij zich zorgen maakte over wat volgens hem één van de meest unieke plafonds was in heel Noord-Holland. Maar de gemeente deed er niets mee. Vervolgens maakte de Amsterdamse architect Rappange in 1962 een restauratieplan. Maar ook dat ging niet door, want inmiddels lagen die saneringsplannen van Wieger Bruin. Klaar.” (Deze stedenbouwkundige bepleitte onder meer de aanleg van een noord-zuid verbinding dwars door de binnenstad waardoor het centrum beter bereikbaar zou zijn. De Voordam en het Luttik Oudorp zouden gedempt worden zodat je met de auto eenvoudig vanaf de Friesebrug het Waagplein kon bereiken. Die plannen hielden ook in dat een belangrijk deel van wat nu De Oude Stad wordt genoemd, gesloopt zou worden, inclusief dit smalste pandje aan het Luttik Oudorp, red.)

“Ik voer nu in feite dat restauratieplan van Rappange uit, maar dan zestig jaar later. Het jammere is alleen dat bijna alle onderdelen van het sierplafond, op slechts een aantal fragmenten na, eind jaren zestig zijn weggegooid.
Op zich wel grappig trouwens dat ik nu van die barokke elementen in mijn huis heb, terwijl ik zelf meer van sober houd. Dat zie je ook terug in mijn ontwerpen. Al heb ik in het huis dat ik ontwierp voor een opdrachtgever in Blenheim, Nieuw Zeeland,  wel enkele barokke accenten toegevoegd. Maar verder is dat ook heel strak en zonder versiersels.”

(Tekst gaat verder onder de foto’s)

Wanneer denk je te verhuizen?

“Ik verwacht in het najaar. En dan ga ik mijn huis aan het Verdronkenoord verkopen.  Voorlopig ben ik hier nog wel elk weekend fulltime bezig. Maar ik vind het een heerlijk project. Ik ben net zestig geworden en mijn moeder, die trouwens is overleden vlak nadat ik dit huis kocht, begreep er niets van. Moet je nou op jouw leeftijd nog aan iets nieuws beginnen, was haar vraag. En ik dacht alleen maar: leeftijd? Hoezo? Dit is wat ik doe, dit is waar ik blij van word. Ik ben de eerste sinds 1550 die op die zolder een bed gaat timmeren om er te gaan slapen. Dat is toch alleen maar hartstikke gaaf?”

Judith Flapper

Voor de rondleidingen op 9 september is een gratis ticket nodig. Te bestellen vanaf 18 augustus 10.00 uur. Wees er snel op want de voorraad is beperkt en op is op!

Terug naar het overzicht met artikelen van Erfgoed Magazine Alkmaar 67