Terug naar het overzicht

Schermer Molens Stichting pioniert met verduurzaming

De Schermer Molens Stichting is bezig met het renoveren en verduurzamen van de molens. Isolatie is daarbij een belangrijk onderdeel. Nadat strijkmolen K onderhanden was genomen, was het de beurt aan Strijkmolen I, op hetzelfde rijtje van drie in Oterleek. In Erfgoedmagazine 68 vertelden Truus Vendel en Kees Oudes al dat ze er sinds de renovatie weer warmpjes bij zitten. Op dit moment gebeurt hetzelfde bij Strijkmolen L en daarna is Bovenmolen E aan de beurt. Noor Ney, voorzitter van de Schermer Molens stichting: “Ook wij hebben onze verantwoordelijkheid op weg naar een duurzame wereld.”

“Bij het restaureren van onze molens nemen wij de situatie van 1929 als richtlijn,” vertelt Noor Ney. Maar hoe zorg je dat je je erfgoed en het aanzicht bewaart en tegelijkertijd je footprint verlaagt. Waarbij we ook willen dat onze huurders er een beetje warm bij zitten zonder dat ze failliet gaan aan hun energierekening.

Alles wat buiten de molen komt, is de verantwoordelijkheid van de huurder, dat gaat in overleg met ons. Maar alles wat daarbinnen staat, is voor ons.
En wij hebben gezegd: “Bij elke molen die we renoveren gaan we ook de duurzaamheid verbeteren.

Experimenteren

Maar hoe je dat aanpakt, is toch een beetje experimenteren. We hebben nauw contact met de monumentenadviseurs van de gemeente, en via hen ook met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. En ik heb gemerkt dat onze stichting toch een beetje een voorloper is. Je wilt monument niet aantasten, maar je moet wel wat. Dan is er van alles wat je moet overwegen. Stel dat je het riet weghaalt en je doet er isolatie tussen, wat is dan de beste aanpak? Wij willen bijvoorbeeld alleen isoleren met natuurlijk materiaal. Het is allemaal best ingewikkeld en heel specifiek.

Strijkmolen I is de eerste molen die we zo grootschalig onderhanden hebben genomen en dat is goed gelukt. Meneer Oudes zegt dat hij voor het eerst op zijn sokken door de molen kan lopen! Hij en Truus merken echt het verschil!”

(Tekst gaat verder onder de foto)

Van binnenuit

“Ja, de basis bij Strijkmolen I is, dat er heel goed geïsoleerd is,” vertelt Aldert Pilkes, voorzitter van de Raad van Toezicht van de Schermer Molens Stichting. “De buitenkant is er niet af geweest maar van binnenuit zijn de wanden vrij gemaakt en geïsoleerd. Dat is voor een gewoon woonhuis misschien een heel simpel klusje. Maar hoe doe je zoiets bij een molen? Want eigenlijk zou je de buitenkant, onder het riet, even weg willen halen om isolatie aan te brengen. En daarom zijn die restauraties van de molens, die toch al op onze agenda staan, de uitgelezen momenten hiervoor.”

Tochthok

“Bij Strijkmolen I is bij de restauratie de waterloop terug gebracht. Er draait nu, sinds lange tijd, weer een vijzel in. Maar dat zorgt natuurlijk wel voor een tochthok waar koude lucht door naar binnen komt. Dus ook daar hebben we maatregelen getroffen, met hele dikke isolatie, zodat de kou niet optrekt vanuit de waterloop.
Ja, tocht is vaak het grootste probleem bij de molens, maar dat hebben we dus goed kunnen ondervangen bij Strijkmolen I. Ook alle plafonds en vloeren zijn gedaan. De molen is nog net niet energieneutraal. 
En datzelfde gaan we nu dus doen bij Strijkmolen L. Die is nu ook helemaal leeg gesloopt. Bij Strijkmolen K is dit al eerder gedaan, dus straks zijn alle drie de molens bij Rustenburg duurzaam gemaakt. En dan is Bovenmolen E aan de beurt.

Poldermolen O is al onderhanden genomen door de molenaar zelf, Ron Butterman. Dat is de molen vlakbij de Museummolen, maar dan ietsje verder het land in, aan de rechterkant.”

Onbewoonbaar

Fred Oudejans is molenaar van de Museummolen in Schermerhorn. Sinds 1986 woont hij in Bovenmolen G aan de Molendijk: “Het is goed dat er wordt gekeken naar verduurzaming. Er moet straks ook weer een nieuwe generatie molenaars wonen en werken in de molens en dan wil je niet dat ze als het ware onbewoonbaar zijn omdat je het er niet warm kunt krijgen of een veel te hoge energierekening hebt.

Maar, zoals Aldert al zegt, een molen is iets anders dan een huis om te isoleren. Een huis kun je helemaal dicht maken om dan te gaan werken met airco. Maar dat moet je bij een molen niet doen. Ik heb elders wel gezien hoor, dat ze dat deden. Dan maakten ze de kap dicht met van die isolatieplaten en dan kwam daar het riet overheen. Dan is alles inderdaad wel dicht, maar dan ademt het ook niet meer en is binnen twintig jaar je riet verrot.”

Investering

“Die restauratie en isolatie van de molens betaalt de stichting. Als huurder kun je natuurlijk ook dingen zelf doen, zoals die zonnepanelen die nu op één van de erven liggen, of bijvoorbeeld een warmtepomp. Maar dat soort investeringen doe je denk ik alleen als je als jonge molenaar begint en verwacht dat je de kosten er nog wel uit zult halen. Of als je zelf heel handig bent.

Zelf ben ik al molenaar vanaf mijn zestiende en inmiddels ben ik de zestig gepasseerd. Ik weet nog niet of wij die investeringen gaan doen, daar denken we nog even over na. Onze molen is dan ook wel iets minder tochtig dan de molens die nu onderhanden worden genomen. Hij is namelijk in de tachtiger jaren verbouwd. Weliswaar naar de maatstaven van toen, maar dat betekent dus ook dat wij niet als eerste aan de beurt zijn voor restauratie. En in de Museummolen is verduurzaming niet nodig, daar wordt niet gewoond. Daar mag het wel een beetje doorwaaien. Dat is zelfs wel goed.”